ECLI:NL:RBDHA:2024:13302
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Ontheffing uit functie en repatriëring van een militair wegens rijden onder invloed van alcohol
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 augustus 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, een opperwachtmeester van de Koninklijke Marechaussee, behandeld. Verzoeker is ontheven uit zijn functie en gerepatrieerd naar Nederland na een incident waarbij hij onder invloed van alcohol met zijn auto heeft gereden. Dit besluit is genomen door de staatssecretaris van Defensie, die het organisatiebelang zwaarder liet wegen dan de persoonlijke belangen van verzoeker. Verzoeker had op 17 mei 2024 een afscheidsreceptie op Sint Maarten, waar hij overmatig alcohol had genuttigd. Na meldingen van collega's over zijn gedrag, heeft de teamleider van verzoeker hem aangesproken. Verzoeker heeft erkend dat hij teveel had gedronken en zelf naar huis is gereden. De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker, gezien zijn voorbeeldfunctie, zich meer bewust had moeten zijn van zijn verantwoordelijkheden. Het imago van de KMar is geschaad, en de voorzieningenrechter concludeert dat het niet meer mogelijk is om verzoeker zijn functie te laten vervullen. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt afgewezen, omdat de bijzondere positie van de KMar rechtvaardigt dat er verschillen zijn in de behandeling van personeel. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het bezwaar geen redelijke kans van slagen heeft.