In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over een asielaanvraag van eiser, die beroep heeft ingesteld omdat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag. De rechtbank had eerder, op 16 februari 2024, bepaald dat de minister binnen acht weken moest beslissen. Eiser heeft op 5 juni 2024 beroep ingesteld, omdat er nog steeds geen besluit was genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de termijn heeft overschreden en dat het beroep terecht is ingesteld. De rechtbank heeft besloten dat de minister binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen en dat hij een dwangsom van € 200,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 437,50, omdat hij juridische bijstand heeft ingeschakeld. De uitspraak is gedaan door rechter G.P. Loman en is openbaar gemaakt op 24 juli 2024.