Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 10 november 2023 heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 24 juli 2022. De minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 24 juli 2022 een asielaanvraag heeft ingediend en dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden op 24 januari 2023 eindigde. De staatssecretaris heeft deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 24 oktober 2023 viel. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken, ondanks dat er prejudiciële vragen aan het Hof zijn gesteld.
Eiser heeft de minister op 24 oktober 2023 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling prematuur was, omdat de wettelijke beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is niet voldaan aan de vereisten van artikel 6:12 van de Awb, wat leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, en deze uitspraak is gedaan op 13 augustus 2024 door mr. M.J. Schouw, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.