In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 25 juli 2024, is het verzoek van Stamcelbank Nederland B.V. (SCBN) en Stamcelbank Laboratorium B.V. om een voorlopig getuigenverhoor toegewezen. SCBN heeft dit verzoek ingediend naar aanleiding van de intrekking van hun erkenning door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op advies van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De rechtbank heeft vastgesteld dat SCBN voldoende belang heeft bij het verkrijgen van duidelijkheid over de wijze waarop de inspectie door de IGJ is uitgevoerd, en dat dit van belang kan zijn voor een eventuele civiele schadevergoedingsvordering tegen de IGJ.
De procedure begon met een verzoekschrift van SCBN op 25 maart 2024, gevolgd door een verweerschrift van de Staat der Nederlanden op 12 juni 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 juni 2024 is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor aan de wettelijke vereisten voldoet. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vragen die SCBN aan de getuigen wil voorleggen relevant zijn voor de beoordeling van de zorgvuldigheid van de inspectie en dat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid.
De rechtbank heeft besloten dat het voorlopig getuigenverhoor zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie te Den Haag, waarbij SCBN vier getuigen mag oproepen. De rechtbank heeft ook de procedurele stappen uiteengezet die SCBN moet volgen om het verhoor te organiseren. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter S.J. Hoekstra-van Vliet.