ECLI:NL:RBDHA:2024:12926
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak met verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de maatregel van bewaring die aan eiser, een Marokkaanse nationaliteit, was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel was opgelegd op 12 maart 2024 op basis van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De minister heeft de maatregel op 8 augustus 2024 opgeheven, maar eiser stelde dat de voortduring onrechtmatig was omdat er onvoldoende voortgang was in zijn uitzetting. De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld, waaronder de stelling dat de Marokkaanse autoriteiten hem niet zouden accepteren en dat hij meewerkend was geweest. De rechtbank concludeerde dat de minister voldoende voortvarend had gehandeld en dat er zicht op uitzetting bestond. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring tot 8 augustus 2024 rechtmatig was en dat er geen aanleiding was voor schadevergoeding. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.