ECLI:NL:RBDHA:2024:12631
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot ontbinding van de overeenkomst en veroordeling tot betaling van immateriële schadevergoeding wegens onzorgvuldig plaatsen van een tatoeage
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, vorderde eiser ontbinding van de overeenkomst met gedaagde en vergoeding van immateriële schade wegens onzorgvuldig plaatsen van een tatoeage. De overeenkomst was op 13 oktober 2023 gesloten, waarbij eiser € 1.200,00 betaalde voor het zetten van een tatoeage door een medewerkster van gedaagde. Eiser was ontevreden over het resultaat en vorderde herstelkosten en schadevergoeding. Gedaagde betwistte de tekortkoming en stelde dat de tatoeage aan de regels der kunst voldeed. De kantonrechter oordeelde dat er geen resultaatsverbintenis was, maar een inspanningsverbintenis. De tatoeage voldeed aan de normen, maar de weigering van gedaagde om aanpassingen te verrichten werd als tekortkoming gezien. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 600,00 voor herstelkosten, maar de vordering tot immateriële schadevergoeding werd afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.