ECLI:NL:RBDHA:2024:12577
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake verzoek om overbrenging naar Nederland op grond van de Tolkenregeling
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 19 juni 2024, in de zaak tussen eiser, een man uit Afghanistan, en de minister van Defensie, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om overbrenging naar Nederland op grond van de Tolkenregeling beoordeeld. Eiser heeft in 2022 en 2023 een verzoek ingediend om hem en zijn gezinsleden over te brengen vanuit Afghanistan, waarbij hij stelt dat hij als bewaker bij de Afghan Security Guard (ASG) heeft gewerkt en daardoor onder de Tolkenregeling valt. De minister heeft het verzoek afgewezen, omdat eiser niet aan de voorwaarden zou voldoen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister eerder had gesteld dat een reactie op een verzoek om overbrenging geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Echter, na een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 april 2024, waarin werd geoordeeld dat een dergelijke reactie wel als een besluit moet worden aangemerkt, heeft de minister de rechtbank verzocht het beroepschrift door te zenden ter behandeling als bezwaar. Eiser heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen deze terugverwijzing.
De rechtbank concludeert dat de bezwaarprocedure ten onrechte is overgeslagen en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Het beroepschrift wordt doorgezonden naar de minister om als bezwaarschrift te worden behandeld. De rechtbank wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.