ECLI:NL:RBDHA:2024:11408

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 juni 2024
Publicatiedatum
22 juli 2024
Zaaknummer
23/8568
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag Wajong 2015-uitkering en beoordeling arbeidsvermogen

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 juni 2024, betreft het een beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Wajong 2015-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres, die lijdt aan een ernstige vorm van autisme, had eerder een aanvraag ingediend die op 13 augustus 2021 werd afgewezen. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 14 november 2023 ongegrond verklaard, waarna eiseres in beroep ging. De rechtbank heeft de zaak op 30 mei 2024 behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde.

De rechtbank oordeelt dat de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiseres op zorgvuldige wijze is uitgevoerd door de betrokken verzekeringsartsen. De rechtbank stelt vast dat eiseres op de dag dat zij achttien werd, arbeidsvermogen had, en dat dit ook geldt voor de periode van vijf jaar daarna, de zogenaamde Amberperiode. De rechtbank concludeert dat de rapporten van de verzekeringsartsen voldoende onderbouwd zijn en dat er geen tegenstrijdigheden zijn. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zij in haar arbeidsverleden niet naar behoren heeft gefunctioneerd.

Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de procedure te lang heeft geduurd, wat leidt tot een schadevergoeding van € 500,- voor eiseres. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiseres af, met uitzondering van de schadevergoeding voor de overschrijding van de redelijke termijn.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/8568 WAJONG

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juni 2024 in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

gemachtigde: A. Deedel,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv),
gemachtigde: mr. J.S. de Vreeze.

Procesverloop

Bij besluit van 13 augustus 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten 2015 (Wajong 2015) afgewezen.
Bij besluit van 14 november 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en het primaire besluit gehandhaafd.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 30 mei 2024 op zitting behandeld. Eiseres heeft zicht laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Door de recente vaststelling van genderdysforie heeft eiseres, vooruitlopend op de transitie naar man, gekozen voor de naam [naam]. De rechtbank houdt zich in deze uitspraak evenwel aan de benaming [eiseres], zoals ten tijde van de uitspraak opgenomen in de Basisregistratie Personen, en de aanduiding eiseres. Een en ander is overeenkomstig hetgeen daarover ter zitting met de gemachtigde van eiseres is besproken.
Wat ging vooraf aan de procedure?
2. Eiseres is geboren op [geboortedag] 1996. Op [geboortedag] 2014 heeft zij de 18-jarige leeftijd bereikt. Op 27 augustus 2020 heeft eiseres zich ziekgemeld; zij ontving per 26 november 2020 een ZW-uitkering. Op 21 mei 2021 heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wajong 2015. Bij het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen, omdat eiseres na haar achttiende verjaardag meer dan een jaar heeft gewerkt en het minimumloon heeft verdiend. Eiseres is tegen het primaire besluit in bezwaar gegaan.
2. In het kader van de Eerstejaars Ziektewetbeoordeling (EZWb) heeft een verzekeringsarts in zijn rapport van 30 augustus 2021 geconcludeerd dat eiseres als gevolg van ziekte of gebrek geen benutbare mogelijkheden heeft. Ten behoeve van vervolgonderzoek Ziektewet, heeft een verzekeringsarts een rapport opgesteld op 1 november 2021, waarin hij heeft geconcludeerd dat eiseres arbeidsongeschikt is voor het eigen werk, maar wel re-integratiemogelijkheden heeft.
3. Na bezwaar heeft de primaire verzekeringsarts, Y.I. Nikitenko, onderzoek verricht in het kader van een laattijdige Wajong 2015 aanvraag. In het rapport van 5 november 2021 heeft de primaire verzekeringsarts geconcludeerd dat er medische redenen zijn om aan te nemen dat het ontbreken van het arbeidsvermogen niet duurzaam is. Eiseres heeft op 21 december 2021 het bezwaarschrift aangevuld. In het kader van de bezwaarprocedure tegen de afwijzing van de Wajong 2015-uitkering, heeft op 4 januari 2022 een hoorzitting plaatsgevonden. Eiseres heeft op 4 januari 2021 het bezwaarschrift wederom aangevuld.
4. In het kader van de aanvraag van een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is op 1 augustus 2022 een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) opgesteld. Bij dit rapport heeft de verzekeringsarts geconcludeerd dat eiseres als gevolg van ziekte of gebrek geen benutbare mogelijkheden heeft. Eiseres heeft een rapport van dr. Leo Kannerhuis (Centrum voor Autisme, polikliniek Amsterdam) bij verweerder ingediend.
5. De verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) heeft bij zijn rapport van 25 oktober 2022 gerapporteerd dat het verlies aan arbeidsvermogen is ontstaan na de vijfjaarstermijn. De arbeidsdeskundige heeft op 16 januari 2023 een rapport opgesteld, waarin hij heeft geconcludeerd dat eiseres geen arbeidsvermogen heeft, maar dit wel kan ontwikkelen. Bij rapport van 10 oktober 2023 heeft de verzekeringsarts b&b verder toegelicht dat eiseres 4 uur per dag belastbaar was, 1 uur achtereen kon werken en over basale werknemers vaardigheden beschikte. Vervolgens heeft de arbeidsdeskundige b&b op 16 oktober 2023 geconcludeerd dat het verlies van het arbeidsvermogen na de 23e verjaardag heeft plaatsgevonden en daarmee valt eiseres buiten de maximaal verzekerde periode. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Beoordelingskader
6.1
Ingevolge artikel 1a:1, eerste lid, onder en aanhef a, Wajong 2015 is jonggehandicapte de ingezetene die op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. Op grond van het vierde lid van dit wetsartikel wordt onder duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben de situatie verstaan waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet kunnen ontwikkelen.
6.2
Bij de beoordeling of iemand geen arbeidsvermogen heeft, gelden vier cumulatieve criteria [1] , namelijk:
a. de mogelijkheid om een taak uit te voeren in een arbeidsorganisatie;
b. het beschikken over basale werknemersvaardigheden;
c. ten minste vier uur per dag belastbaar zijn of ten minste twee uur per dag het wettelijk minimumuurloon verdienen; en
d. ten minste een uur aaneengesloten werken zonder een wezenlijke onderbreking van het productieproces.
6.3
Voor het recht op een Wajong 2015-uitkering moet verweerder dus beoordelen of (ten minste) één van de vier hierboven genoemde situaties zich voordoet. Is dat zo, dan ontbreekt het arbeidsvermogen.
Beroepsgronden
7.1
Eiseres voert aan dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar de vroege signalen van Autismespectrumstoornis (ASS). Na een hoge Citoscore heeft eiseres vermoedelijk door onzekerheid niet gekozen voor het vwo, maar havo. In 2013 is eiseres door psychische problemen uitgevallen van school, waardoorzij in zes jaar met veel inzet de havo heeft afgerond. Wegens verscheidene problemen, zoals gebrek aan structuur, heeft eiseres haar hbo-opleiding in een vroeg stadium beëindigd. Eiseres heeft uiteindelijk haar mbo-4 opleiding afgerond, na veel begeleiding en met veel doorzettingsvermogen. Zij ervaarde namelijk uitval, faalangst en paniekaanvallen. Uiteindelijk is in 2022 ASS vastgesteld bij eiseres. Eiseres heeft zich constant moeten aanpassen aan de wereld die zij niet begrijpt en ook haar niet begrijpt. Eiseres is hierdoor in een meltdown terecht gekomen. Na de meltdown is eiseres in een zwart gat gevallen van een depressie met doodgedachten en zelfbeschadiging. Zij heeft zich maandenlang zonder contact met de buitenwereld teruggetrokken. De begeleiding door een psycholoog en autismecoach begint (nu pas) resultaat te geven. Van arbeidsvermogen is in het geheel geen sprake en is in de toekomst ook niet te verwachten.
7.2
Verder voert eiseres aan dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar het functioneren van eiseres in haar arbeidsverleden. Bij de beoordeling komt verweerder neer op een basale vaststelling dat er op papier één jaar door eiseres is gewerkt en hierdoor in staat wordt geacht nog werkzaamheden te verrichten. Hierbij wordt voorbijgegaan aan het feit dat eiseres het werk niet had volgehouden. Er is dan ook onvoldoende informatie opgevraagd bij eerdere werkgevers onder andere Beamssystems B.V. Eiseres liep namelijk tegen problemen aan welke te herleiden zijn naar de diagnose ASS. Eiseres verwijst eveneens naar de e-mail van J. Hey (Beamsystems B.V.) d.d. 8 mei 2024. In dit kader verwijst eiseres ook naar de WIA-beoordeling, waarbij wel is vastgesteld dat er geen vermogen tot arbeid bestaat. Deze beoordeling wordt na een jaar opnieuw gedaan. De gemachtigde van eiseres heeft ter zitting aangegeven dat eiseres nauwelijks naar werk ging en zij praktisch is gedwongen om te werken.
7.3
Eiseres voert tevens aan dat de procedure te lang heeft geduurd. Er zijn namelijk sinds de dag van de aanvraag van 21 mei 2021 tot aan de zittingsdag inmiddels 3 jaar en negen dagen verstreken.

Beoordeling door de rechtbank

8.1
De beoordeling die de rechtbank moet doen, betreft de vraag of verweerder terecht heeft geoordeeld dat eiseres geen recht heeft op een Wajong-uitkering omdat zij arbeidsvermogen had op de dag dat zij achttien werd en in de Amberperiode, zijnde de periode van vijf jaar gerekend vanaf de achttiende verjaardag van eiseres. Die periode loopt vanaf [geboortedag] 2014 tot en met [geboortedag] 2019 (de periode in geding).
8.2
De rechtbank stelt voorop dat verweerder een besluit over de arbeidsongeschiktheid van een betrokkene mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen, indien deze rapporten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, geen tegenstrijdigheden bevatten en voldoende duidelijk zijn.
8.3
Bij een laattijdige aanvraag zoals hier aan de orde moet een retrospectieve beoordeling plaatsvinden over een tijdstip in het verleden. Volgens vaste rechtspraak ligt de bewijslast bij een laattijdige aanvraag bij de aanvrager, omdat het medisch beeld met het verstrijken van de tijd steeds moeilijker is vast te stellen. [2] Dit betekent dat het voor risico komt van eiseres als onvoldoende gegevens over haar gezondheidstoestand en over de arbeidsdeskundige situatie in het betreffende tijdvak beschikbaar zijn.
8.4
Voor de beoordeling of eiseres al dan niet arbeidsvermogen heeft, zijn dus met name de rapporten van de verzekeringsarts b&b en de arbeidsdeskundige b&b van belang.
9.1
De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts b&b in het rapport van 25 oktober 2022 op een inzichtelijke en navolgbare wijze verslag heeft gedaan van zijn onderzoeksbevindingen en de daarop gebaseerde conclusies. Hoewel eiseres niet is gezien door de primaire verzekeringsarts voor een Wajong 2015-uitkering, is zij wel gezien door verzekeringsarts W.M. Kooloos op 30 augustus 2021 ten behoeve van de EZWb. W.M. Kooloos heeft de resultaat van zijn onderzoek vastgelegd in het rapport van 30 augustus 2021. Vervolgens heeft de primaire verzekeringsarts voor de Wajong 2015-uitkering dossieronderzoek verricht en de ontvangen informatie bestudeerd. Dit heeft geleid tot het rapport van 5 november 2021. Ook de verzekeringsarts b&b heeft dossieronderzoek verricht en zijn bevindingen vastgelegd in het rapport van 25 oktober 2022.
9.2
Eiseres stelt dat onvoldoende rekening is gehouden met de vroege signalen van ASS. Volgens eiseres heeft dit invloed gehad op haar schoolkeuzes en verdere opleidingen. De rechtbank merkt op dat de primaire verzekeringsarts en de verzekeringsarts b&b hebben onderkend dat bij eiseres sprake is van ASS, waardoor bij eiseres dus sprake is van een ziekte/gebrek op de 18-jarige leeftijd. Het feit dat bij eiseres sprake is van ASS wordt aldus niet ontkend. De door eiseres overgelegde medische informatie in beroep leidt de rechtbank evenmin tot het oordeel dat het rapport van de verzekeringsarts b&b niet juist is. De verzekeringsarts b&b heeft namelijk aangegeven dat eiseres sinds haar jeugd bekend is met problematiek waarvoor in het verleden begeleiding heeft gekregen. Verder heeft de primaire verzekeringsarts de depressieve episode, vermijdende persoonlijkheid en AA meegenomen in zijn rapport. De rechtbank overweegt hiertoe dat – wellicht met veel doorzettingsvermogen en begeleiding – eiseres de havo wel heeft kunnen afronden en vervolgens een mbo-4 diploma heeft kunnen behalen. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts b&b afdoende heeft gemotiveerd waarom eiseres op medisch gebied arbeidsvermogen heeft. Het betoog dat onvoldoende rekening is gehouden met de vroege signalen van ASS, volgt de rechtbank dan ook niet.
9.3
Verder stelt eiseres dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar het functioneren van eiseres in haar arbeidsverleden. De verzekeringsarts b&b heeft in zijn rapport van 25 oktober 2022 aangegeven dat het aannemelijk is dat bij eiseres in het verleden arbeidsvermogen heeft gehad, waardoor de arbeidsdeskundige onderzoek moet doen naar het functioneren van eiseres. De omvang van een functie heeft namelijk een relatie met het criterium ‘minimaal vier uur per dag belastbaar zijn’ en aan de aard van het werk dat eiseres deed zegt iets over de ‘taak in een arbeidsorganisatie’.
Naar aanleiding van het rapport van de verzekeringsarts b&b, heeft de arbeidsdeskundige dan ook onderzoek gedaan naar het arbeidsverleden van eiseres. Hieruit komt naar voren dat eiseres vanaf 2014 is begonnen met werken en laatstelijk vanaf augustus 2019 – augustus 2020 voor 40 uur per week werkzaam was als audiovisueel technicus bij Beamsystems B.V. Eiseres heeft ruim een jaar na haar 23e levensjaar doorgewerkt.
Uit het rapport van de arbeidsdeskundige W.G.E. Buskermolen van 2 mei 2023 blijkt dat contact is openomen met dhr. J. Oppers van Beamsystems B.V. Na herhaaldelijk verzoek is geen reactie binnengekomen. De rechtbank merkt op dat – gelet op de bewijslastverdeling – het aan eiseres is om te bewijzen dat zij in haar arbeidsverleden niet naar behoren heeft gefunctioneerd. De laatste e-mail van J. Hey d.d. 8 mei 2024 doet de rechtbank niet twijfelen aan het rapport van de arbeidsdeskundige. De rechtbank overweegt daartoe dat eiseres weliswaar het soms moeilijk heeft gehad in de communicatie, buiten de deur klussen en apparatuur zelf wegbrengen, maar dat het werken met eiseres goed ging, het contact met directe collega’s goed verliep en zij het testen en klaarzetten van apparatuur goed deed. Het betoog dat eiseres nauwelijks naar werk is gegaan, blijkt verder niet uit de gegevens die zijn overgelegd. De rechtbank vindt dat de arbeidsdeskundige b&b terecht heeft geconcludeerd dat in het dossier geen aanknopingspunten zijn te vinden voor de suggestie dat eiseres niet goed zou hebben gefunctioneerd. Eiseres gedroeg zich als een ‘ideale werknemer’ (loyaal, beleefd, hardwerkend), zoals blijkt uit het verslag van 4 januari 2022. Deze gegevens ondersteunen het standpunt van de arbeidsdeskundige b&b dat eiseres – in elk geval tot einde van haar dienstverband op 5 augustus 2020 – beschikte over ‘basale werknemersvaardigheden’ en een taak kon verrichten binnen een arbeidsorganisatie. De rechtbank heeft geen aanknopingspunten om het vorenstaande onjuist te achten.
9.4
De omstandigheid dat eiseres thans een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100% in de zin van de Wet WIA heeft en momenteel niet kan werken, leidt evenmin tot een ander oordeel omdat de beoordeling op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen een ander beoordelingskader heeft.
10. Gelet op de motiveringen van de verzekeringsarts b&b en de arbeidsdeskundige b&b kan worden geconcludeerd dat eiseres ruim een jaar na de periode in geding voor vier uur per dag belastbaar was, één uur achtereen kon werken en over basale werknemersvaardigheden beschikte.
Conclusie en gevolgen
11. De beroepsgronden van eiseres over het ontbreken van arbeidsvermogen slagen niet. Verweerder heeft terecht de aanvraag van eiseres om een Wajong 2015-uitkering afgewezen. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt geen vergoeding van het betaalde griffierecht.
Redelijke termijn
12.1
Eiseres verzoekt om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), omdat de totale behandelperiode van het bezwaar en het beroep langer dan twee jaar heeft geduurd. Ter zitting heeft verweerder aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de eventuele veroordeling hiervan.
12.2
De rechtbank beoordeelt het verzoek aan de hand van het overzichtsarrest van de Hoge Raad van 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:252. Uitgangspunt is dat de behandeling door de rechtbank niet binnen een redelijke termijn is geweest, indien de uitspraak niet binnen twee jaar na ontvangst van het bezwaarschrift is gedaan. De behandeling van het bezwaar mag ten hoogste een half jaar duren en de behandeling van het beroep ten hoogste anderhalf jaar. Uitgangspunt voor de hoogte van de schadevergoeding is een tarief van € 500,- per half jaar waarmee de termijn is overschreden, naar boven afgerond.
12.3
De termijn is in dit geval aangevangen op 17 september 2021, de datum waarop verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit heeft ontvangen. Vanaf deze datum, tot en met de datum van deze uitspraak, zijn 2 jaar, 9 maanden en 25 dagen verstreken. Dat betekent dat de termijn, afgerond naar boven 10 maanden is overschreden. De behandeling door de rechtbank van het beroep heeft vanaf de ontvangst van het beroepschrift op 24 december 2023 tot de uitspraak van heden, 25 juni 2024 afgerond naar boven 7 maanden geduurd. Dit is minder dan de redelijke termijn in de rechterlijke fase. Hieruit volgt dat een overschrijding van 10 maanden aan verweerder is toe te rekenen. De rechtbank zal verweerder veroordelen tot betaling van een bedrag van € 500,-.
6.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • veroordeelt verweerder tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 500,- aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.R. van der Meer, rechter, in aanwezigheid van mr. I. Ince, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 juni 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 1a, eerste lid, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.
2.Zie de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 10 maart 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:581 en de uitspraak van 24 juli 2019, ECLI:NL:CRVB;2019:2565.