In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 juni 2024, betreft het een beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Wajong 2015-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres, die lijdt aan een ernstige vorm van autisme, had eerder een aanvraag ingediend die op 13 augustus 2021 werd afgewezen. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 14 november 2023 ongegrond verklaard, waarna eiseres in beroep ging. De rechtbank heeft de zaak op 30 mei 2024 behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde.
De rechtbank oordeelt dat de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiseres op zorgvuldige wijze is uitgevoerd door de betrokken verzekeringsartsen. De rechtbank stelt vast dat eiseres op de dag dat zij achttien werd, arbeidsvermogen had, en dat dit ook geldt voor de periode van vijf jaar daarna, de zogenaamde Amberperiode. De rechtbank concludeert dat de rapporten van de verzekeringsartsen voldoende onderbouwd zijn en dat er geen tegenstrijdigheden zijn. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zij in haar arbeidsverleden niet naar behoren heeft gefunctioneerd.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de procedure te lang heeft geduurd, wat leidt tot een schadevergoeding van € 500,- voor eiseres. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiseres af, met uitzondering van de schadevergoeding voor de overschrijding van de redelijke termijn.