ECLI:NL:RBDHA:2024:11104
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering op basis van arbeidsvermogen en medische beoordeling
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 10 juli 2024 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Wajong-uitkering door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had haar aanvraag voor de uitkering, die bedoeld is voor jonggehandicapten, ingediend na haar achttiende verjaardag, en de rechtbank moest beoordelen of zij als jonggehandicapte kon worden aangemerkt op basis van haar medische situatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag op 25 maart 2022 was afgewezen, omdat de verzekeringsarts had geconcludeerd dat eiseres, ondanks haar beperkingen, nog steeds over arbeidsvermogen beschikte. Eiseres had in beroep aangevoerd dat haar situatie niet goed was beoordeeld en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar verleden en de medische informatie die zij had overgelegd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen nieuwe medische feiten of omstandigheden waren die de eerdere beoordeling konden ondermijnen. De rechtbank heeft de conclusie van de verzekeringsartsen gevolgd dat eiseres in staat was om ten minste vier uur per dag activiteiten te verrichten en dat zij basale werknemersvaardigheden had. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de Wajong-aanvraag door verweerder terecht was. Eiseres krijgt het griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.