ECLI:NL:RBDHA:2024:10762
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de beëindiging van opvangvoorzieningen voor een Sri Lankaanse asielzoeker met medische noodzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiseres, een Sri Lankaanse asielzoeker, tegen het besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) beoordeeld. Het COa had op 21 december 2023 besloten de verstrekkingen op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers (Rva) aan eiseres te beëindigen. Eiseres had eerder uitstel van vertrek gekregen, maar haar recht op verstrekkingen eindigde op 12 december 2023. De rechtbank heeft het beroep op 30 mei 2024 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiseres als die van het COa aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het COa niet gehouden is tot het verlenen van opvang en verstrekkingen in situaties die niet zijn voorzien in de Rva, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn, zoals een acute medische noodsituatie. Eiseres betoogde dat zij in een dergelijke noodsituatie verkeerde, omdat zij terminale zorg nodig had en niet over middelen beschikte om in haar levensonderhoud te voorzien. De rechtbank concludeert echter dat de beëindiging van de verstrekkingen niet heeft geleid tot een medische noodsituatie, aangezien eiseres al medische zorg ontving en bij familie verbleef.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres ongelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door rechter G.A. van der Straaten en is openbaar uitgesproken op 9 juli 2024. Eiseres kan binnen vier weken hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.