ECLI:NL:RBDHA:2024:10548
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel met betrekking tot Kroatië
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 juni 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Turkse nationaliteit, had op 24 oktober 2023 asiel aangevraagd in Nederland, maar zijn aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Kroatië verantwoordelijk werd geacht voor de aanvraag. De rechtbank behandelt de argumenten van eiser, die stelt dat verweerder niet heeft voldaan aan zijn onderzoeksplicht met betrekking tot de situatie in Kroatië, en dat er bijzondere omstandigheden zijn die maken dat zijn asielaanvraag in Nederland behandeld moet worden.
De rechtbank oordeelt dat verweerder op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag aannemen dat Kroatië zijn internationale verplichtingen nakomt. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat zijn situatie in Kroatië onveilig zou zijn, en de rechtbank wijst erop dat het aan eiser is om concrete aanwijzingen te geven dat de Kroatische autoriteiten hun verplichtingen niet nakomen. De rechtbank concludeert dat de stellingen van eiser over de juridische bijstand in Kroatië en zijn medische situatie niet voldoende zijn onderbouwd om te concluderen dat Nederland de meest aangewezen plek is voor zijn asielaanvraag.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de asielaanvraag van eiser op goede gronden niet in behandeling is genomen. De rechtbank wijst ook op de mogelijkheid voor eiser om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.