ECLI:NL:RVS:2024:1
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening en bevestiging uitspraak rechtbank inzake asielaanvragen
Op 2 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanvragen van vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 17 oktober 2023 besloten om deze aanvragen niet in behandeling te nemen. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. R.P.M. Ngasirin, hebben hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank Den Haag had op 22 november 2023 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard. In de uitspraak van de Raad van State werd bevestigd dat de staatssecretaris voor Kroatië mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de staatssecretaris geen aanleiding had om de asielaanvragen op grond van de persoonlijke omstandigheden van de vreemdelingen in behandeling te nemen, zoals vastgelegd in artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.