ECLI:NL:RBDHA:2024:10475
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het terugkeerbesluit en inreisverbod van een Servische asielzoeker
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Servische asielzoeker, tegen het terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 13 april 2024 asiel aangevraagd, maar trok deze aanvraag op 25 april 2024 in. De staatssecretaris legde hem vervolgens een terugkeerbesluit op, met een inreisverbod voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft op 30 mei 2024 de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht het terugkeerbesluit en het inreisverbod heeft opgelegd. Eiser had geen geldig reisdocument en is Nederland op illegale wijze binnengekomen. De rechtbank oordeelt dat er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat eiser een risico vormt om onder te duiken. Eiser betoogde dat hij recht had op een vertrektermijn, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris dit terecht heeft onthouden. Eiser had ook geen recht op een korter inreisverbod, aangezien hij illegaal het land is binnengekomen en zijn asielaanvraag heeft ingetrokken.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het terugkeerbesluit en het inreisverbod in stand blijven. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.