ECLI:NL:RBDHA:2024:10214
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Eiser ontving op 29 juli 2022 een loopbrief en ondertekende op 23 januari 2023 het M35-H formulier, waarmee hij stelt dat de beslistermijn voor zijn asielaanvraag is aangevangen. Eiser meent dat de beslistermijn op 29 oktober 2023 is verstreken en heeft verweerder op 15 november 2023 in gebreke gesteld. De rechtbank oordeelt echter dat de beslistermijn voor asielaanvragen begint met de ondertekening van het M35-H formulier en niet met de afgifte van de loopbrief. Dit volgt uit een eerdere uitspraak van de rechtbank van 28 februari 2024, waarin is vastgesteld dat de asielaanvraag pas ingediend is met de ondertekening van het M35-H formulier.
De rechtbank stelt verder vast dat verweerder op 24 november 2023 heeft meegedeeld dat eiser is opgenomen in de nationale procedure, waardoor de beslistermijn op dat moment is aangevangen. De beslistermijn is verlengd met negen maanden door het Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire 2023/3, maar de maximale beslistermijn van 21 maanden eindigt eerder, op 23 oktober 2024. Eiser heeft verweerder in gebreke gesteld voordat de beslistermijn was verstreken, waardoor het beroep prematuur is ingediend en de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaart.
De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 1 juli 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.