ECLI:NL:RBDHA:2024:10194
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag om verlening van machtiging tot voorlopig verblijf
Op 2 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. F.A. van den Berg, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van 90 dagen heeft beslist, en dat eiseres rechtsgeldig in gebreke is gesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de staatssecretaris opgedragen om binnen twintig weken alsnog een besluit te nemen op de aanvraag.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiseres recht heeft op vrijstelling van griffierecht, gezien haar financiële situatie. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de staatssecretaris verbeurde bestuurlijke dwangsommen heeft opgelopen, en heeft zij een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. De proceskosten van eiseres zijn vastgesteld op € 437,50, en de staatssecretaris is veroordeeld tot betaling van deze kosten.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.