Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 12 april 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 2 april 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde oorspronkelijk op 2 oktober 2022, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 2 juli 2023 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, omdat er op het moment van inwerkingtreding van de wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000 (WBV 2022/22) sprake was van een situatie die deze verlenging rechtvaardigde.
De rechtbank concludeert dat op het moment van de ingebrekestelling de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier N.F. Kreeftmeijer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.