Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 4 mei 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 13 oktober 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag zou eindigen op 13 april 2023. Echter, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de beslistermijn verlengd met negen maanden, waardoor deze pas op 13 januari 2024 zou eindigen. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, en dat er op het moment van de ingebrekestelling op 19 april 2023 nog geen termijnoverschrijding was. Hierdoor was de ingebrekestelling te vroeg ingediend, en verklaarde de rechtbank het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk.
De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.