ECLI:NL:RBDHA:2023:9544
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitschrijving uit de basisregistratie persoonsgegevens (Brp) van eisers na adresonderzoek door de gemeente
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, hebben eisers, die verblijven in Turkije, beroep ingesteld tegen de ambtshalve uitschrijving uit de basisregistratie persoonsgegevens (Brp) door het college van burgemeester en wethouders van Delft. De rechtbank heeft op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 22/3710. De achtergrond van de zaak betreft een melding van de politie Delft, die leidde tot een adresonderzoek naar de eisers. De gemeente concludeerde dat eisers niet meer op het geregistreerde adres woonden, wat hen niet in staat stelde om aan de voorwaarden van artikel 2.22 van de Wet Brp te voldoen. Eisers betwistten deze conclusie en stelden dat zij bereikbaar waren op het Brp-adres en bewijsstukken hadden overlegd die hun verblijf op het adres aantoonden. De rechtbank overwoog dat de gemeente terecht had geoordeeld dat eisers niet konden worden bereikt en dat er geen aangifte van adreswijziging of vertrek was ontvangen. Bovendien oordeelde de rechtbank dat de gemeente een gedegen onderzoek had uitgevoerd naar het feitelijke woonadres van eisers, waarbij onder andere huisbezoeken en navraag bij de leerplichtambtenaar waren gedaan. De rechtbank concludeerde dat aan alle voorwaarden voor ambtshalve uitschrijving was voldaan en verklaarde het beroep ongegrond. Eisers kregen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.