ECLI:NL:RBDHA:2023:9517
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en overdracht aan Frankrijk onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Pakistaanse nationaliteit hebbende persoon, in beroep ging tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had de asielaanvraag van de eiser niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. De eiser had eerder in Frankrijk een asielaanvraag ingediend en was van mening dat hij niet veilig naar Frankrijk kon worden teruggestuurd vanwege de situatie daar, die volgens hem in strijd was met de mensenrechten. De rechtbank heeft de zaak op 15 juni 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als de verweerder via een beeldverbinding aanwezig waren.
De rechtbank overwoog dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is, wat betekent dat Nederland ervan uitgaat dat Frankrijk zijn verdragsverplichtingen nakomt. De eiser heeft echter niet voldoende bewijs geleverd dat zijn situatie in Frankrijk zo ernstig is dat hij daar niet veilig kan zijn. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een reëel risico op schending van zijn rechten zou zijn bij overdracht aan Frankrijk. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de staatssecretaris het recht had om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.