Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 24 april 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 30 mei 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde oorspronkelijk op 30 november 2022, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd tot 30 augustus 2023. Hierdoor was de ingebrekestelling van eiser, die op 6 maart 2023 was ingediend, te vroeg, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier, en is openbaar gemaakt op 30 juni 2023.