ECLI:NL:RBDHA:2023:9279
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. Willems - Keekstra
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van mvv-aanvragen op basis van artikel 8 EVRM met betrekking tot familie- en gezinsleven
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvragen zijn gedaan door referent, een Syrische jongeman, voor zijn ouders, broers en zus. De staatssecretaris heeft de aanvragen afgewezen op basis van het ontbreken van 'more than normal emotional ties' tussen referent en zijn meerderjarige broers, en onvoldoende gemotiveerd dat er geen hechte persoonlijke banden zijn met zijn minderjarige broer en zus. De rechtbank heeft de beroepen op 7 juni 2023 behandeld en komt tot de conclusie dat de beroepen gegrond zijn. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd dat er geen sprake is van familie- en gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen van de rechtbank. Tevens worden de proceskosten van eisers vergoed.