ECLI:NL:RBDHA:2023:9278
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in verband met bezwaar tegen feitelijke uitzetting van een minderjarige naar Marokko
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 juni 2023 uitspraak gedaan in een spoedprocedure betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, een minderjarige, heeft bezwaar gemaakt tegen zijn voorgenomen uitzetting naar Marokko, die gepland stond voor 29 juni 2023. De verzoeker heeft aangevoerd dat hij als minderjarige in Spanje heeft verbleven en daar opvang heeft genoten, en dat hij naar Spanje wil terugkeren. Hij stelt dat zijn asielprocedure in Spanje mogelijk nog aanhangig is en dat Nederland hem op basis van de Dublinverordening naar Spanje zou moeten uitzetten.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding. De rechter heeft vastgesteld dat verzoeker niet rechtmatig in Nederland verblijft en dat er een terugkeerbesluit tegen hem is opgelegd. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de argumenten van verzoeker niet nieuw of relevant zijn voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de uitzetting. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de bevoegdheid van de verweerder om verzoeker uit te zetten. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.