ECLI:NL:RBDHA:2023:9269

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juni 2023
Publicatiedatum
28 juni 2023
Zaaknummer
NL23.12271
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek naar onbekende bestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juni 2023 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris heeft op 21 april 2023 besloten dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming (MOB) is vertrokken en dat zijn gemachtigde, mr. H.E. Visscher, geen bevestiging heeft ontvangen van eiser over zijn komst naar de rechtbank. Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.12271
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.E. Visscher),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J. van Raak).

Procesverloop

Bij besluit van 21 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL23.12272, op 8 juni 2023 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Eiser heeft asiel aangevraagd in Nederland. Bij bericht van 8 juni 2023 heeft verweerder laten weten dat eiser met onbekende bestemming (MOB) is vertrokken. Desgevraagd heeft de gemachtigde van eiser laten weten dat zij voor het laatst op 28 april 2023 telefonisch contact heeft gehad met eiser via een vriend. Nadien is hij door zijn gemachtigde schriftelijk geïnformeerd omtrent de zitting van heden. Cliënt heeft vervolgens de ontvangst van deze brief en/of zijn komst naar de rechtbank niet bevestigd.
2. De rechtbank constateert voorts dat eiser niet is verschenen ter zitting en ook niets van zich heeft laten horen. Gelet op vaste jurisprudentie [1] en de reactie van de gemachtigde van eiser neemt de rechtbank aan dat eiser niet langer prijs stelt op de aanvankelijk gezochte internationale bescherming in Nederland. Eiser heeft dan ook geen belang meer bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
3. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 juni 2023 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22