ECLI:NL:RBDHA:2023:9077

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
26 juni 2023
Zaaknummer
NL23.13332
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van statushouder Duitsland niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juni 2023 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiseres, die eerder als statushouder in Duitsland verbleef. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat niet is gebleken dat haar Duitse verblijfstatus is ingetrokken. Eiseres had eerder in 2018 vanuit Duitsland naar Syrië gereisd en stelde dat zij schriftelijk afstand had gedaan van haar verblijfsrecht in Duitsland. Echter, de rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden, aangezien de Duitse verblijfstatus van eiseres nog steeds geldig was volgens een controle in het Eurodac-systeem. De rechtbank heeft ook verwezen naar een eerdere uitspraak van 20 september 2022, waarin de asielaanvraag van eiseres om dezelfde redenen niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank heeft begrip voor de persoonlijke situatie van eiseres, maar dit rechtvaardigt niet dat Nederland haar asielaanvraag alsnog in behandeling neemt. De rechtbank heeft besloten dat de aanvraag terecht niet-ontvankelijk is verklaard en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.13332
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiseres

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. Z.M. Alaca),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. W. Epema).

ProcesverloopBij besluit van 26 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres niet-ontvankelijk verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 15 juni 2023 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Toma. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Eiseres voert aan dat verweerder ten onrechte zonder nader onderzoek heeft
overwogen dat niet is gebleken dat de verblijfstatus van eiseres in Duitsland is ingetrokken. Eiseres wijst er in dat verband op dat zij in 2018 vanuit Duitsland naar Syrië is teruggekeerd en dat zij voorafgaand aan haar vertrek schriftelijk afstand heeft gedaan van haar verblijfsrecht in Duitsland.
2. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft bij uitspraak van 20 september 2022 over een eerder door eiseres ingediende asielaanvraag geoordeeld dat verweerder die aanvraag terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard omdat niet was gebleken dat de verblijfstatus van eiseres in Duitsland is ingetrokken. [1] Daarbij heeft de rechtbank het e-mailbericht van 6 september 2022 van een ambtenaar van de afdeling ‘Ausländerangelegenheiten’ van de Stadt Frankfurt am Main betrokken. Dit oordeel staat in rechte vast, nu de hoogste bestuursrechter dit oordeel in stand heeft gelaten. [2]
3. Eiseres heeft een tweede asielaanvraag ingediend en geen nieuwe feiten en omstandigheden naar voren gebracht, anders dan dat zij stelt dat er mogelijk nu wel een intrekking van de Duitse verblijfstatus heeft plaatsgevonden. Door verweerder is een controle in het Eurodac-systeem gedaan en daaruit bleek dat eiseres nog altijd een verblijfsrecht in Duitsland heeft. Nu verweerder deze controle heeft verricht is geen sprake is van een schending van de onderzoeksplicht. Op basis van het onderzoek in het Eurodac-systeem kon daarom al het besluit worden genomen dat de aanvraag eiseres wederom niet-ontvankelijk is. Niet aannemelijk is gemaakt dat de Duitse verblijfsstatus van eiseres is ingetrokken. Daarbij komt bij dat verweerder ter zitting heeft meegedeeld dat de Nederlandse verbindingsofficier in Duitsland vandaag per e-mailbericht opnieuw heeft bevestigd dat eiseres nog steeds een verblijfstatus heeft in Duitsland. De rechtbank ziet geen aanleiding aan de juistheid van die mededeling te twijfelen.
4. De rechtbank heeft begrip voor de wens van eiseres om in Nederland te verblijven in verband met aanwezige familie en medische zorg, maar deze kan er niet toe leiden dat Nederland haar asielaanvraag alsnog in behandeling neemt. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de medische zorg die eiseres nodig stelt te hebben op een vergelijkbare manier in Duitsland is te verkrijgen.
5. De aanvraag is terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 juni 2023 door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

2.Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3099.