ECLI:NL:RVS:2022:3099
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring verblijfsvergunning
Op 27 oktober 2022 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De vreemdeling had op 16 juni 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk was verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. Z.M. Alaca, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank Den Haag had op 20 september 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Raad van State geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vragen in het hogerberoepschrift niet van belang zijn voor de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in het algemeen. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.
De Raad van State heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en biedt geen nieuwe inzichten of redenen om anders te oordelen over de asielaanvraag van de vreemdeling.