Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 16 november 2022.
2.De feiten
leningmet particulieren die gespecialiseerde GGZ behoeven (hierna ook: patiënten). Care to Change richt zich onder meer op de behandeling van patiënten die lijden aan depressie, eetproblematiek, persoonlijkheidsstoornissen, angst- en paniekproblemen, verslaving, dissociatie, (posttraumatische) stress-stoornis of een combinatie van deze aandoeningen. Care to Change baseert haar behandelingen op de visie dat bij complexe psychische aandoeningen veelal sprake is van traumatische ervaringen die in het lichaam zijn opgeslagen. In de visie van Care to Change kan dit met succes worden behandeld met een combinatie van gesprektherapie en vaktherapie. De term ‘vaktherapie’ omvat de therapievormen beeldende therapie, danstherapie, dramatherapie, muziektherapie en psychomotore therapie.
verzekeringmet particulieren. Z&Z is lid van de vereniging Zorgverzekeraars Nederland.
prestaties bestaande uit de zorgof de overige
avan de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw)). Een zodanige overeenkomst van zorgverzekering wordt ‘naturapolis’ genoemd. Om te kunnen voldoen aan hun verplichtingen uit naturapolissen, sluiten zorgverzekeraars overeenkomsten met zorgaanbieders, met daarin afspraken over kwaliteit, doelmatigheid en vergoeding van zorg. Deze overeenkomsten worden ‘
zorgaanbiedersovereenkomsten’ genoemd. Op basis van een zorgaanbiedersovereenkomst mag de zorgaanbieder de zorg rechtstreeks bij de zorgverzekeraar in rekening brengen.
vergoeding van de kosten van de zorgof overige diensten waaraan de verzekerde behoefte heeft (zie artikel 11 lid 1 sub
bZvw). Een zodanige overeenkomst van zorgverzekering wordt ‘restitutiepolis’ genoemd. Een zorgverzekeraar kan een overeenkomst met een zorgaanbieder sluiten die (onder meer) inhoudt dat de zorgaanbieder de tarieven voor zorgverlening aan verzekerden met een restitutieovereenkomst rechtstreeks aan de zorgverzekeraar mag declareren. Een zodanige overeenkomst wordt wel ‘betaalovereenkomst’ genoemd.
- De hoofdbehandelaar is een psychiater, psychotherapeut of klinisch psycholoog. De hoofdbehandelaar is werkzaam binnen een instelling voor gespecialiseerde GGZ of is vrijgevestigd;
- alleen een psychiater, psychotherapeut of klinisch psycholoog die in ieder geval de volgende verantwoordelijkheden uitvoert, wordt gezien als hoofdbehandelaar voor de gespecialiseerde GGZ.
de verantwoordelijkheden van de hoofdbehandelaar bij direct contact (activiteiten die in direct contact met u plaatsvinden:
- Bij een instelling voor gespecialiseerde GGZ kan gebruik worden gemaakt van hulppersoneel. Hulppersoneel is bevoegd om een gedeelte van de behandeling onder supervisie van de hoofdbehandelaar uit te voeren.
- Uitsluitend zorgverleners die zijn opgenomen in de beroepentabel DBC-GGZ, zoals opgenomen in bijlage IV bij de Regeling gespecialiseerde GGZ van de NZa, kunnen taken als hulppersoneel vervullen.
op basis van een contractuele verhouding tussen haar en Z&Z.
Patiënt A’ zal worden genoemd. De eerste factuur is gedateerd 27 mei 2019, heeft factuurnummer [nummer 1] , ziet op behandeling in de periode van 9 augustus 2017 tot en met 8 augustus 2018 en beloopt € 8.133,47. De tweede factuur is gedateerd 13 augustus 2019, heeft als factuurnummer [nummer 2] , ziet op behandeling in de periode van 9 augustus 2018 tot en met 8 augustus 2019 en beloopt € 8.380,96.
Patiënt B’ zal worden genoemd. Deze factuur is gedateerd 7 mei 2019, heeft factuurnummer [nummer 3] , ziet op behandeling in de periode 4 mei 2018 tot en met 3 mei 2019 en beloopt € 16.604,21.
Patiënt C’ zal worden genoemd. De eerste factuur is gedateerd 1 juli 2018, heeft factuurnummer [nummer 4] , ziet op behandeling in de periode van 23 mei 2017 tot en met 22 mei 2018 en beloopt € 15.988,24. De tweede factuur is gedateerd 21 augustus 2019, heeft als factuurnummer [nummer 5] , ziet op behandeling in de periode van 23 mei 2018 tot en met 22 mei 2019 en beloopt € 16.147,64. De derde factuur is gedateerd 29 mei 2020, heeft factuurnummer [nummer 6] , ziet op behandeling in de periode van 23 mei 2019 tot en met 21 mei 2020 en beloopt € 8.723,38.
Patiënt D’ zal worden genoemd. De factuur is gedateerd 7 september 2018, heeft factuurnummer [nummer 7] , ziet op behandeling in de periode van 6 september 2017 tot en met 5 september 2018 en beloopt € 4.810,91.
Patiënt E’ zal worden genoemd. De factuur is gedateerd 23 augustus 2019, heeft factuurnummer [nummer 8] , ziet op behandeling in de periode van 1 november 2017 tot en met 31 oktober 2018 en beloopt € 8.133,47.
Patiënt F’ zal worden genoemd. De eerste factuur is gedateerd 29 november 2018, heeft als factuurnummer [nummer 9] , ziet op behandeling in de periode van 20 november 2017 tot en met 19 november 2018 en beloopt € 8.519,91. De tweede factuur is gedateerd 10 juli 2019, heeft als factuurnummer [nummer 10] , ziet op behandeling in de periode 15 januari 2019 tot en met 9 juli 2019 en beloopt € 1.451,24.
Patiënt G’ zal worden genoemd. De eerste factuur is gedateerd 10 december 2018, heeft als factuurnummer [nummer 11] , ziet op behandeling in de periode van 23 jan 2018 tot en met 20 november 2018, en beloopt € 16.147,64. De tweede factuur is gedateerd 3 december 2019, heeft als factuurnummer [nummer 12] , ziet op behandeling in de periode 21 november 2018 tot en met 20 november 2019 en beloopt € 16.604,21.
Patiënt H’ zal worden genoemd. Deze factuur is gedateerd 16 maart 2020, heeft als factuurnummer [nummer 13] , ziet op behandeling in de periode van 8 maart 2019 tot en met 13 januari 2020 en beloopt € 16.376,30.
Patiënt I’ al worden genoemd. De eerste factuur is gedateerd 27 januari 2020, heeft als factuurnummer [nummer 14] , ziet op behandeling in de periode van 16 september 2016 tot en met 15 september 2017, en beloopt € 4.574,80. De tweede factuur is gedateerd 16 oktober 2019, heeft als factuurnummer [nummer 15] , ziet op behandeling in de periode 16 september 2018 tot en met 18 juli 2019 en beloopt € 2.683,04.
Patiënt J’ zal worden genoemd. De eerste factuur is gedateerd 21 februari 2020, heeft factuurnummer [nummer 16] , ziet op behandeling in de periode van 23 februari 2017 tot en met 22 februari 2019 en beloopt € 4.772,23. De tweede factuur is gedateerd 11 maart 2019, heeft als factuurnummer [nummer 17] , ziet op behandeling in de periode van 23 februari 2018 tot en met 22 februari 2019 en beloopt € 8.380,96. De derde factuur is gedateerd 20 mei 2020, heeft factuurnummer [nummer 18] , ziet op behandeling in de periode van 23 februari 2019 tot en met 22 februari 2020 en beloopt € 5.118,35.
Patiënt K’ zal worden genoemd. De eerste factuur is gedateerd 28 januari 2020, heeft als factuurnummer [nummer 19] , ziet op behandeling in de periode van 10 april 2017 tot en met 9 april 2018 en beloopt € 4.772,23. De tweede factuur is gedateerd 16 april 2019, heeft als factuurnummer [nummer 20] , ziet op behandeling in de periode 10 april 2018 tot en met 9 april 2019 en beloopt € 4.917,44.
Patiënt L’ zal worden genoemd. Deze factuur is gedateerd 24 april 2018, heeft als factuurnummer [nummer 21] , ziet op behandeling in de periode van 15 april 2017 tot en met 14 april 2018 en beloopt € 2.677,69.
3.Het geschil
primair:Z&Z veroordeelt om binnen vijf werkdagen na de datum van dit vonnis aan Care to Change alle in productie 1 bij dagvaarding opgesomde facturen betaalbaar te stellen, een en ander overeenkomstig het bepaalde in de polisvoorwaarden van Z&Z, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van verzuim;
4.De beoordeling
(a) dat deze zorg kan worden aangemerkt als zorg zoals psychiaters, psychotherapeuten en klinisch psychologen die plegen te bieden en (b) dat deze zorg volgens de stand van de wetenschap en praktijk als effectief kan worden beschouwd, dan wel geldt als adequate zorg en diensten.
zorgaanbiederde verplichting aan (de medisch adviseurs van)
de verzekeraarde gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn om vast te stellen of de prestatie behoort tot het verzekerde pakket van de verzekerde, zonder dat voorafgaande toestemming van de verzekerde is vereist. Dit vormt een uitzondering op de verplichting tot geheimhouding van de zorgaanbieder tegenover de patiënt op grond van de AVG en artikel 7:457 BW. Met deze wet- en regelgeving over gecontracteerde zorg is beoogd om enerzijds voldoende tegemoet te komen aan de plichten en belangen van de zorgverzekeraars, en anderzijds te waarborgen dat het grondrecht van natuurlijke personen op bescherming van persoonsgegevens en privacy, niet meer dan noodzakelijk wordt ingeperkt. Deze wet- en regelgeving is (bij wijze van zelfregulering) nader ingevuld in het protocol materiële controle van de Vereniging Zorgverzekeraars Nederland.
zorgaanbiederingevolge artikel 7.3 lid 1 sub b Rzv uitsluitend de verplichting om
aan de verzekerdede gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn om vast te stellen of de prestatie tot het verzekerde pakket van de verzekerde behoort. De zorgaanbieder heeft hiertoe geen wettelijke verplichting ten opzichte van de zorgverzekeraar. In dat geval zijn de artikelen 87 lid 1 Zvw en 7.3 lid 1 sub a jo 7.2 aanhef en onder sub g Rzv niet van toepassing en is er géén wettelijke uitzondering op de verplichting tot geheimhouding van de zorgaanbieder tegenover de patiënt op grond van de AVG en artikel 7:457 BW. De zorgverzekeraar kan de noodzakelijke informatie dan van de verzekerde verlangen, wanneer deze om vergoeding van zorgkosten verzoekt.
Kamerstukken I2017/18, 33980, nr. D, p. 2. De verzekeraar heeft in geval van niet-gecontracteerde zorg wel recht op de informatie die noodzakelijk is om vast te stellen of de zorg tot het verzekerde pakket behoort, alvorens de declaratie te voldoen, door een deugdelijke onderbouwing van de vordering door degene die voldoening van de declaratie vordert.
ondersteunendebehandeling op het gebied van geestelijke gezondheidszorg. Immers, aan het begin van de samenvatting van het rapport staat dat daarin antwoord wordt gegeven op de vraag welk bewijs er is voor ‘klassieke vaktherapieën als
ondersteunende(cursivering rechtbank) behandeling van psychische stoornissen’. In het rapport wordt kort gezegd overwogen dat er géén bewijs is voor de effectiviteit van vaktherapie, dat het Zorginstituut desalniettemin anno 2015 niet heeft willen concluderen dat vaktherapie niet tot de te verzekeren zorg behoort en dat vaktherapie daarom voorlopig (voor een aantal jaar) zal kunnen worden toegepast als verzekerde zorg voor psychische stoornissen. Uit het rapport blijkt dat het de bedoeling is geweest dat in de opvolgende jaren nader onderzoek zou worden gedaan naar de effectiviteit van vaktherapie en dat het Zorginstituut zich in 2020 alsnog zou kunnen uitspreken over de vraag of er voldoende vertrouwens is dat vaktherapie leidt tot relevante (meer)waarde in vergelijking met behandeling zonder vaktherapie. Partijen zijn het erover eens dat het hiervan (nog) niet is gekomen. Het rapport van het Zorginstituut lijkt te zien op zowel generalistische als gespecialiseerde GGZ.
tariefvoor een bepaalde zorgpost in rekening is gebracht. Dat artikel verbiedt het de zorgverzekeraar echter niet om een declaratie gedeeltelijk te vergoeden, met uitzondering van een of enkele posten, die volgens de zorgverzekeraar niet voor vergoeding in aanmerking komen. Er is evenmin een andere rechtsgrond die maakt dat een zorgverzekeraar een declaratie niet deels mag vergoeden, met uitzondering van een volgens haar onterechte zorgpost.