Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V., gevestigd te Utrecht,
Interpolis Zorgverzekeringen N.V., gevestigd te Utrecht,
O.Z.F. Zorgverzekeringen N.V., gevestigd te Utrecht,
FBTO Zorgverzekeringen N.V., gevestigd te Utrecht,
Agis Zorgverzekeringen N.V., gevestigd te Amersfoort,
Avéro Achmea Zorgverzekeringen N.V., gevestigd te Utrecht,
Caresco B.V., gevestigd te Amersfoort,
IAK Verzekeringen B.V., gevestigd te Eindhoven,
Aevitae B.V., gevestigd te Heerlen,
Turien & Co Assuradeuren C.V., gevestigd te Alkmaar,
De Friesland Zorgverzekeraar N.V., gevestigd te Leeuwarden,
1.Het geding in hoger beroep
verzekeraars) en Aurelia genoemd.
- € 46.403,09 aan Agis;
- € 3.703,92 aan OZF;
- € 112.782,83 aan Zilveren Kruis,
2.Feiten
Zilveren-Kruisconcern) zijn zorgverzekeraars in de zin van artikel 1, aanhef en onder b, van de Zorgverzekeringswet (
Zvw). Appellanten 7 tot en met 10 zijn assurantietussenpersonen die namens het Zilveren-Kruisconcern zorgverzekeringen sluiten.
De Mari). Aurelia heeft zeven vestigingen in Noord-Holland en biedt zowel verzekerde als onverzekerde dermatologische zorg aan.
DBC’s). Elke DBC had een eigen code (nummer). De combinatie van zorgtype, diagnose en soort behandeling bepaalde de DBC en vormde daarmee de basis voor een DBC-declaratie over een bepaalde periode. Bij een DBC hoorde een vast tarief dat bestond uit een bedrag voor kosten en een bedrag voor het honorarium van de betrokken specialist(en). De basis voor een declaratie van geleverde zorg bij de zorgverzekeraar van een patiënt werd dus gevormd door de DBC.
Wmg). Ingevolge artikel 35 Wmg is het zorgaanbieders verboden anders dan een wettelijk tarief te declareren. Artikel 35 luidt, voor zover van belang, als volgt:
overeenkomst). Op grond van de overeenkomst kopen de verzekeraars ten behoeve van haar verzekerden zorg bij Aurelia in en vergoeden zij de kosten daarvan rechtstreeks aan Aurelia na daartoe strekkende declaraties. Artikel 5 van deel 2 (algemeen deel) van de overeenkomst bepaalt, voor zover van belang:
schaderegels) onderzocht. Deze 103 declaraties hebben betrekking op 83 verzekerden. De verzekeraars hebben een enquête gezonden naar deze 83 verzekerden. Hierop zijn 57 reacties ontvangen.
€ 1.021.736,63.
3.Beoordeling
NJ1999/133, rov. 3.4.2).
- i) ‘Stapelen’. Onder voorwaarden mogen verscheidene lichte zorgactiviteiten tezamen worden gedeclareerd als DBC 51 (zie onder 2.6). Volgens de verzekeraars is in vijf gevallen waarin DBC 51 was gedeclareerd niet aan die voorwaarden voldaan.
- ii) Geen rapport patholoog-anatoom aanwezig. Bij diagnosecode 14 (maligne dermatosen) is op grond van relevante richtlijnen een rapport van een patholoog-anatoom vereist voor de diagnoses basaalcelcarcinoom en actinische keratose. In 22 gevallen waarin DBC 51 is gedeclareerd na diagnosecode 14 ontbreekt een rapport van een patholoog-anatoom.
- iii) In zestien gevallen heeft blijkens de enquête geen operatieve ingreep plaatsgevonden.
- iv) In een geval is gebleken dat de patiënt na 23 september 2010 niet meer in behandeling is geweest.
- v) In twee gevallen is dubbel gedeclareerd.
grieven 2 tot en met 5geen behandeling behoeven. Met
grief 6komen de verzekeraars op tegen de compensatie van proceskosten in eerste aanleg. Deze grief faalt, nu de verzekeraars niet onderbouwen dat de rechtbank – in aanmerking genomen hetgeen zij in eerste aanleg hebben aangevoerd – hen ten onrechte niet grotendeels in het gelijk heeft gesteld.