Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
‘Ik heb wel een verblijfsvergunning in Polen. Mijn paspoort bij mijn vrouw in Rotterdam. Visum heb ik’.Daarna wordt door de verbalisant gevraagd of hij een visum voor Polen heeft of echt een verblijfsvergunning? Daarop komt enkel het antwoord:
‘Ja, Polen´.Daarna wordt door de verbalisant gezegd dat eiser moet kunnen bewijzen dat hij verblijfsrecht heeft in Polen en dat er anders niet vanuit kan worden gegaan. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder hierdoor niet gehandeld in strijd met het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel. Tijdens het gehoor voor het opleggen van het terugkeerbesluit en inreisverbod heeft verweerder namelijk voldoende duidelijk gemaakt dat het, zoals verweerder terecht stelt, aan eiser is om aan te tonen dat hij daadwerkelijk in het bezit is van een verblijfsvergunning of een visum voor Polen. Tot op heden heeft eiser dat niet aangetoond. De beroepsgrond slaagt niet.
Nee’. Volgens vaste rechtspraak5 mag de rechtbank de door eiser in beroep alsnog gestelde zakelijke belangen verder niet in haar beoordeling betrekken. De beroepsgrond slaagt niet.