Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
5 juli 2023.
3.Het geschil
- de strafwet en twee uitspraken van de Hoge Raad (HR 29 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:982 en HR 11 maart 1986, ECLI:NL:HR:1986:AC1898), waaruit volgt dat beslissingen over in beslag genomen voorwerpen moeten worden genomen door de strafrechter;
- de Aanwijzing inbeslagneming (2014A006), waaruit volgt dat voorwerpen niet worden vervreemd als zij onvervangbaar zijn en beschikbaar moeten blijven voor tegenonderzoek;
- artikel 2.10 Wet dieren jo. art 1.10 onder e Besluit houders van dieren, waaruit volgt dat honden alleen gedood mogen worden vanwege niet te corrigeren gevaarlijke gedragskenmerken en dat daarom deugdelijk onderzoek is vereist naar de mate van gevaarlijkheid van de hond en de mogelijkheid om die gevaarlijkheid te corrigeren (het trainen van de hond en de baas); en
- het beleid van het OM zoals neergelegd (i) in een brief van het College van Procureurs-Generaal aan de Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden van
4.De beoordeling
€ 90,-- en de explootkosten dienen te worden betaald binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis. Bij gebreke van tijdige betaling is [eiseres] de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten verschuldigd.