ECLI:NL:RBDHA:2023:843
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van de maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen het voortduren van de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. De maatregel van bewaring was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 2 december 2022 op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten op 23 januari 2023.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot het sluiten van het vorige onderzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen reden is om te concluderen dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelt in de uitzetting van eiser naar Marokko. Eiser heeft aangevoerd dat de staatssecretaris onjuist heeft geïnformeerd over de aanvraag voor een laissez-passer, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld. Eiser heeft bovendien zelf geen stappen ondernomen om zijn terugkeer naar Marokko te realiseren.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep ongegrond is en heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier S.D.C.J. Verheezen, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, conform het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 november 2022.