10.De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (TIEN) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
gelast de
terbeschikkingstellingvan de verdachte;
beveelt dat de ter beschikking gestelde
van overheidswege zal worden verpleegd;
de vordering van [benadeelde partij 1] en de schadevergoedingsmaatregel:
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 18.656,25 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag te betalen aan [benadeelde partij 1] , te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank stelt de ingangsdatum van de wettelijke rente als volgt vast:
- het bedrag van € 1.156,25: vanaf 27 april 2022, tot de dag van algehele voldoening;
- het bedrag van € 17.500,-: vanaf 2 januari 2022, tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 18.656,25, vermeerderd met de wettelijke rente zoals hierboven is bepaald, tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde partij 1] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 128 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
de vordering van [benadeelde partij 2] en de schadevergoedingsmaatregel:
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 17.500,-, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 2 januari 2022 tot de dag van algehele voldoening, te betalen aan [benadeelde partij 2] ;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 17.500,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 2 januari 2022, tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde partij 2] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 122 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
De vordering van [benadeelde partij 3]
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering uitsluitend bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
bepaalt dat de verdachte en de benadeelde partij ieder de eigen proceskosten dragen;
De vordering van [benadeelde partij 4] en de schadevergoedingsmaatregel
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 5.582,-, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 21 januari 2022 tot de dag van algehele voldoening, te betalen aan [benadeelde partij 4] ;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 5.582,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 21 januari 2022, tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde partij 4] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 62 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
de in beslag genomen goederen
gelast de teruggave aan de rechthebbende van de op de beslaglijst onder 10, 11, 12, 14, 15, 16 en 17 genoemde voorwerpen, te weten:
10. 7 STK sleutel (bonuskaart en blauw label aan sleutelbos);
11. 1 STK telefoontoestel (Samsung);
12. 1 STK telefoontoestel in hoes (Samsung);
14. 1 STK telefoontoestel (Apple iPhone);
15. 1 STK telefoontoestel (Samsung);
16. 1 STK telefoontoestel (Apple iPhone);
17. 1 STK computer (Apple).
Dit vonnis is gewezen door
mr. L.C. Bannink, voorzitter,
mr. P.G. Salvadori, rechter,
mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Otter, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 juni 2023.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het onderzoeksnummer [nummerreeks] , van de politie eenheid Den Haag, Team Grootschalige Opsporing, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 926) en een aanvullend forensisch dossier (doorgenummerd pagina 1 t/m 721).
1.
De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 22 mei 2023, voor zover inhoudende:
[slachtoffer] en ik kregen ruzie en er ontstond een vechtpartij. Ik heb haar in een nekklem gehouden. Daarna is zij out gegaan. Zij is out gegaan op de plek waar uiteindelijk haar lichaam is aangetroffen.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 25 t/m 27):
Op 3 januari 2022 om 12:00 uur kwam ik, [verbalisant] samen met [naam brigadier] ter plaatse bij het hotel. Ik zag vervolgens het volgende:
- Dat ik vanaf de deuropening deels zicht had van de kamer
- Dat er op de witte gordijnen rode vlekken zaten, vermoedelijk bloedspetters
- Dat er op de vloer meerdere stukken van de vulling van een kussen lagen
Ik liep ongeveer 3 meter de kamer in. Ik zag vervolgens het volgende:
- Dat er op de vloer, welke uit vloerbedekking bestond, diverse rode spetters danwel vlekken lagen en dat dit vermoedelijk bloedspetters danwel bloedvlekken waren
- Dat ik voor het bed stond en dat er aan de rand van het bed, aan de rechterzijde, een rode streep danwel substantie zat, vermoedelijk van bloed
- Dat ik aan de rechterzijde van het bed, tussen het bed en de muur, een vrouw zag liggen
- Dat de vrouw niet reageerde op mijn aanwezigheid
- Dat de vrouw onder haar rechteroog een dikke bult had zitten, licht rood van kleur
- Dat de vrouw op haar voorhoofd meerdere donkere vegen had zitten, van een rode substantie, vermoedelijk van bloed
- Dat de vrouw haar lippen opgezwollen waren en op haar lippen rode substantie zat, vermoedelijk bloed
- Dat op haar linkerschouder een rode substantie lag, vermoedelijk van bloed
- Dat op de rechterzijde van haar bovenlichaam een laken en daarboven op een blauw/grijs kussen lag
- Dat de linkerzijde van haar bovenlichaam zichtbaar was
- Dat haar onderlichaam bedekt was met vermoedelijk het topmatras van het twee (2) persoonsbed
- Dat het topmatras wit van kleur was, maar meerdere verschillende kleuren vlekken had
- Dat rechts naast het lichaam nog een wit laken lag, met daarop rode spetters danwel vlekken, vermoedelijk van bloed
Ik voelde met mijn rechterhand of haar rechterbeen nog warm was. Ik voelde door mijn handschoen heen dat het rechterbeen heel koud was. Ik had hierdoor het vermoeden dat de vrouw overleden was.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 5 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 100 t/m 110):
Op woensdag 5 januari 2022 deed ik, [naam] , onderzoek naar de camerabeelden van Van der Valk Wassenaar welke door ons gevorderd waren. Het betreft hier specifiek de camerabeelden van de camera die gericht stond op een hal en 'nood deur 102'. Op 1 januari 2022 om 13.50.24 uur zie ik NN1 en NN2 het hotel binnen komen lopen. Ik omschrijf NN1 als volgt:
- Een petje op zijn hoofd;
- Een donkerkleurige (zwarte) gewatteerde jas met donkerkleurige (bruine) bontkraag;
- Onder de jas nog een gewatteerd glimmend kledingstuk (bijvoorbeeld bodywarmer, vest, of tweede jas);
- Een vermoedelijk paarskleurig shirt met witte strepen op de zij onder zijn jas aan;
- Een donkerkleurige (zwarte) joggingsbroek met witte streep op de zijkant;
- Donkerkleurige (zwarte) schoenen met een lichte (witte) zool;
- Een lichtkleurige (beige of grijze) tas in zijn hand;
- Zeer licht getinte/ blanke huidskleur;
- Persoon van bovengemiddelde lengte.
Op zondag 2 januari 2022 om 00.13.20 zie ik NN1 de trap af komen. Hij draagt dit keer de capuchon van zijn jas met bontkraag over zijn hoofd (zie foto bijlage 6). Ook heeft hij een lichtkleurige (beige) tas bij zich. Deze tas is erg gelijkend op de tas waarmee ik hem bij de receptie gezien heb (zie foto bijlage 1 ). Verder zie ik dat hij de schoudertas om heeft, en hij de donkerkleurige (zwarte) joggingbroek met witte strepen en de donkerkleurige (zwarte) schoenen met witte zool aan heeft. Ik zie dat NN1 naar de nood deur 102 loopt en hieruit het pand verlaat.
Op zondag 2 januari 2022 om 02.13.30 zie ik NN1 van buitenaf een poging doen om van buiten naar binnen te komen via nood deur 102. Ik zie dat dit niet lukt. Ik zie in de deurgeschiedenis dat gebruik word gemaakt van het pasje van kamer 202 maar dat de deur niet opent in verband met het nachtslot.
Op zondag 2 januari 2022 om 04.43.06 zie ik NN1 de trap in de hal aflopen. Ik zie dat NN1 zijn jas niet aan heeft, echter heeft hij wel de vermoedelijke gewatteerde glimmende bodywarmer van eerder aan. Ik zie dat hij zijn capuchon op heeft en een mondkapje op heeft. Ik zie dat hij een pet op heeft. Ik zie dat hij een donkerkleurige (zwarte) joggingsbroek aan heeft met een logo op het linker bovenbeen. De rechterzijde van de joggingsbroek kan ik niet zien. Ik zie dat hij dit keer lichtkleurige (witte of beige) schoenen aan heeft. Ik zie dat hij ook de schoudertas zoals deze bij de incheck en meerdere keren gedurende de avond en nacht gezien was om heeft. Ik zie dat hij een lichtkleurig (wit of beige) stoffen voorwerp met zich meedraagt. Dit voorwerp gebruikt hij als tas, echter lijkt het niet zo zeer op een daadwerkelijke tas. Ik zie dat NN1 dit stoffen voorwerp in zijn linker hand meedraagt. Ik zie dat het stoffen voorwerp voorzien is van inhoud, daar ik iets donkers in het stoffen voorwerp zie en ik zie dat er gewicht op wordt uitgeoefend (zie foto bijlage 7).
Op zondag 2 januari 2022 om 05.39.12 zie ik een persoon gelijkend op NN1 een poging doen nood deur 102 te openen. In de deurgeschiedenis staat hierbij dat er gebruik wordt gemaakt van de pas van kamer 202. Deze deur is echter op nachtslot en kan daarom niet geopend worden van buitenaf.
Op zondag 2 januari 2022 om 05.54.37 zie ik nogmaals een persoon gelijkend op NN1 een poging doen om nood deur 102 te openen van buitenaf. Hierbij werd weer gebruik gemaakt van de pas van kamer 202 volgens de deurgeschiedenis. Ook dit keer opent de deur niet.
Op zondag 2 januari om 06.04.00 zie ik NN1 de trap af lopen. Ik zie dat hij een pet op heeft, een mondkapje, de gewatteerde glimmende bodywarmer, een capuchon (niet op) heeft, een donkerkleurige (zwarte) joggingsbroek met logo op het linker bovenbeen, de schoudertas om, en lichtkleurige (witte of beige) schoenen aan heeft. Ik zie dat NN1 na de trap richting de nood deur 102 loopt. Dit is de laatste keer binnen het eerder beschreven tijdslot dat ik NN1 op deze camera waarneem.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 27 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 581 t/m 583):
Op donderdag 27 januari 2022 deed ik, [naam] , onderzoek naar een aantal van de
camerabeelden van Van der Valk Wassenaar welke nog niet eerder onderzocht en in een proces-verbaal beschreven waren.
Op de beelden 'Lift doorloop hotel’ zie ik op 2 januari 2022 om 02.15.42 een persoon, vermoedelijk de verdachte, in beeld lopen. Ik zie dat hij voldoet aan een beschrijving zoals eerder in proces-verbaal AMB.048 is beschreven. Ik zie dat hij een donkere capuchon op heeft. Ik zie dat hij een donkerkleurige gewatteerde bodywarmer aan heeft en dat hier donkerkleurige mouwen onder vandaan komen. Ik zie dat hij een donkerkleurige joggingsbroek aan heeft zonder streep op de zijkant. Ik zie dat hij lichtkleurige schoenen aan heeft. Ik zie dat hij richting de lift loopt en deze instapt.
Op de beelden 'Lift doorloop hotel’ zie ik op 2 januari 2022 om 05.40.45 zie ik weer de verdachte het beeld in lopen. Dit keer heeft hij zijn capuchon niet op maar wel een pet opgezet. Verder is het signalement hetzelfde. Hij loopt richting de lift en opent deze, stapt deze in en verdwijnt weer uit zicht.
Op de beelden 'Lift doorloop hotel’ zie ik op 2 januari 2022 om 05.55.40 de verdachte vanaf de receptie het beeld in lopen. Hij probeert de deur te openen richting ‘hal 1 kamers' maar dit lijkt moeizaam te gaan. Ik zie dat hij naar links en rechts kijkt, 2 stappen richting de lift neemt, maar dan toch terug loopt naar de deur richting 'hal 1 kamers’ en deze opent en er doorheen loopt.
Hierna wordt de verdachte, de verdachte, niet opnieuw op deze camera’s gezien binnen het bepaalde tijdsbestek van 1 januari 2022 om 12.00 uur tot 2 januari 2022 om 07.00 uur.
5.
Het proces-verbaal vooronderzoek lab, opgemaakt op 11 maart 2022, voor zover inhoudende (p. 647 t/m 653 forensisch dossier):
SIN: [nummerreeks]
Object: Schoeisel (schoen)
Bijzonderheden: Zwart met witte rand in een Jumbo tas
Tijdens het ingestelde onderzoek werd door mij het navolgende bevonden en waargenomen:
Een gele plastic zak van supermarkt Jumbo. Daarin bevonden zich halfhoge, zwart met witte schoenen van het merk 'BALENCIAGA', maat 44. Het bovendeel was gemaakt van textiel materiaal. Op het bovendeel van de schoenen waren op bloed lijkende vlekken aanwezig. Aan de zijkanten van de zolen waren bruine vlekken zichtbaar. In de groeven van de zolen bevond zich pluisachtig materiaal, mogelijk veren die nat waren geweest, deels bruin verkleurd.
6.
Een geschrift, te weten een rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van het stoffelijk overschot van [slachtoffer] in Wassenaar op 3 januari 2022, opgemaakt door het NFI op 12 april 2022, voor zover inhoudende (p. 703 t/m 707 forensisch dossier):
SIN
Omschrijving bemonstering
AAON8362NL#01
bloedvlek aan linkerzijde op zool van linkerschoen AAON7717NL, bloed
AAON8364NL#01
bloedvlek aan linkerzijde op schacht van rechterschoen AAON7717NL, bloed
SIN
(omschrijving)
DNA kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
[nummerreeks]
(bloedvlek zool
linkerschoen)
minimaal twee Personen
- slachtoffer [slachtoffer]
- verdachte [verdachte]
- meer dan 1 miljard
- meer dan 1 miljard
[nummerreeks]
(bloedvlek schacht
rechterschoen)
minimaal twee personen een relatief grote hoeveelheid DNA
(afgeleid DNA-hoofdprofiel):
- slachtoffer [slachtoffer]
een relatief kleine hoeveelheid DNA:
- verdachte [verdachte]
- meer dan 1 miljard
- meer dan 1 miljard
7.
Het proces-verbaal van verhoor van [de getuige] (medewerker hotel; receptioniste), opgemaakt op 3 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 7 t/m 8):
Ik ben als receptioniste in dienst bij restaurant-hotel "De Bijhorst" gevestigd [adres] te Wassenaar. Op 2 januari 2022 was ik aan het werk aan de receptie. Omstreeks 08.00 uur, werd ik gebeld door de gast van hotelkamer 202. Ik hoorde dat de gast een mannenstem met een enigszins buitenlands dialect had. Ik schatte via de stem van de man dat hij een leeftijd van begin 30 jaar had. Ik hoorde dat de man mij vertelde dat hij zijn verblijf in de kamer wilde verlengen.
8.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 15 maart 2022, voor zover inhoudende (p. 741 t/m 743):
Kort na diens aanhouding werd onder de verdachte [verdachte] een iPhone pro 11 in beslag genomen. Deze werd uitgelezen en onderzocht.
Op 2 januari 2022 te 01:05:49 uur zegt [verdachte] : ‘Ik moet je dringnd spreken man’
[naam vriend] om 01:19:11 uur: ‘Wanneer?’
[verdachte] om 06:19:52 uur: ‘nu’
[verdachte] om 06:20:22 uur ‘Ik heb een ziek groot probleem’
9.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 maart 2022, voor zover inhoudende (p. 754 t/m 757):
In het proces-verbaal [nummerreeks] werd al eerder een analyse gemaakt van de genoemde mobiele telefoon, de IPhone 12 pro, voorzien van het imei nummer [nummerreeks] (de rechtbank begrijpt: de iPhone 12 pro in gebruik bij de verdachte).
Onder de kop “Google searches” bleek dat er op 3 januari 2022, 6 zoekslagen waren gedaan welke betrekking kunnen hebben op het gepleegde delict.
Op 3 januari 2022 te 04.11.55 uur werd gezocht naar “moord den haag”.
Op 3 januari 2022 te 04.12.04 uur werd gezocht naar “wassenaar moord’’.
Op 3 januari 2022 te 12.05.51 uur werd gezocht naar “van der valk wassenaar".
Op 3 januari 2022 te 12.06.07 uur werd gezocht naar “politiebericht wassenaar”
Op 3 januari 2022 te 12.06.25 uur werd gezocht op “politiebericht den haag’’
Op 3 januari 2022 te 13.30.09 uur werd gezocht naar “van der valk den haag’’
10.
Een geschrift, te weten een Rapport forensisch pathologisch onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet-natuurlijk overleiden, opgemaakt door het NFI op 28 september 2022, voor zover inhoudende:
Postmortale radiologie
Voorafgaand aan de sectie werd het lichaam postmortaal radiologisch onderzocht via
het MUMC+. Hierbij werd door de radioloog, bij definitieve verslaglegging, onder andere het volgende waargenomen/geconcludeerd:
Een afwijkende stand van het rechterdeel van het tongbeen (waarbij
radiologisch een breuk niet uit te sluiten was) en een breuk van het rechter
bovenste hoorntje van het schildkraakbeen/strottenhoofd.
Uit- en inwendige schouwing
6. Aan de huid van het gelaat, aan het slijmvlies van de mond, beiderzijds in het
oogwit en in de bindvliezen van beide ogen waren enkele rode stipvormige bloeduitstortingen ('petechien'). De rotsbeenderen van de schedel waren beiderzijds gestuwd.
8. Aan voorzijde van de hals (linksonder tot rechts-zijwaarts) was een gebied van
circa 7 x 19 cm met vlekkige onderhuidse bloeduitstortingen (letsel W).
11. Beiderzijds in de halsspieren (hoog, centraal en laag in de hals), rondom het schildkraakbeen alsook aan achterzijde van het schildkraakbeen en beiderzijds in de mondbodem waren meerdere bloeduitstortingen.
12. Er waren breuken met omgevend bloeduitstorting van het tongbeen aan rechterzijde, van het rechter bovenste hoorntje van het schildkraakbeen en van het ringkraakbeen.
Interpretatie van resultaten
Ten aanzien van de hals en een mogelijke bijdrage aan de doodsoorzaak:
Aan de hals is uitwendig en inwendig letsel vastgesteld, met onder meer een breuk van het tongbeen en het schildkraakbeen aan de rechterzijde alsook het ringkraakbeen. Deze letsels passen zeer goed bij een samendrukkende krachtinwerking aan de hals. Samendrukkend geweld op de hals (en de halsvaten) kan leiden tot zuurstofgebrek van de hersenen ('cerebrate hypoxie'/verstikking). De bevinding van stuwing van het hoofd met stipvormige bloeduitstortingen ('petechien') alsook stuwing van de rotsbeenderen van de schedel (sub B6) kan passen bij afklemmen van de halsvaten.
11.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 525-526):
Bij het door ons, verbalisanten, in de woning van de verdachte ( [adres] te Den Haag) ingestelde Wifi-onderzoek werd vastgesteld dat onze onderzoeklaptop via de DHCP-server van de Ziggo-router met SSID [nummerreeks] het IPv4-adres [nummerreeks] kreeg toegewezen voorde duur van 10 dagen, dit in tegensteling tot de instellingen in de router waarbij een leasetijd van 3600 seconden (=1 uur) was weergegeven.
Ten tijde van het Wifi-onderzoek was onze onderzoeklaptop het enige apparaat welke met deze Ziggo-router was verbonden.
Wij zagen dat behalve onze onderzoeklaptop er nog voor 2 apparaten een IPv4-adres was gereserveerd, te weten:
- Een mobiele telefoon met de apparaatnaam ‘iPhone’ met het toegewezen IPv4-adres [nummerreeks] en met een leasetijd tot 12 januari 2022 te 00:23:29 uur. Uit het bij dit toestel behorende MAC-adres [nummerreeks] , welke tevens bij de gereserveerde gegevens stond vermeld, kon worden vastgesteld dat dit de Apple iPhone 11 PRO was van de verdachte [verdachte] .
- Een mobiele telefoon met de apparaatnaam ‘ [naam] ’ met het toegewezen
IPv4-adres [nummerreeks] en een leasetijd tot 12 januari 2022 te 00:22:23 uur. Bij
de reservering van het IPv4 adres stond verder vermeld dat bij het apparaatnaam
‘ [naam] ’ het MAC-adres [nummerreeks] hoorde.
Deze Samsung [nummerreeks] behoort in eigendom toe aan [slachtoffer]
.
Dit betekent dat de ‘iPhone’ en ‘ [naam] ’ zich op 2 januari 2022 te respectievelijk 00:23:29 uur en 00:22:23 uur aangemeld hebben bij de router met [nummerreeks] en toen van de DHCP-server een IPv4-adres toegewezen hebben gekregen voor de duur van 10 dagen.