ECLI:NL:RBDHA:2023:8175
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Syrische vrouw, haar asielaanvraag niet in behandeling genomen zag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris stelde dat Oostenrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag, omdat eiseres eerder in Oostenrijk een verzoek om internationale bescherming had ingediend. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de zaak op 5 juni 2023 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde.
De rechtbank overwoog dat de staatssecretaris op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mocht aannemen dat Oostenrijk zijn verdragsverplichtingen nakomt. Eiseres voerde aan dat er risico's waren op pushbacks in Oostenrijk, maar de rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van ernstige tekortkomingen in de asielprocedure in Oostenrijk. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet verantwoordelijk was voor de asielaanvraag van eiseres en dat het beroep ongegrond werd verklaard. De rechtbank benadrukte dat eiseres zich in Oostenrijk kan wenden tot de juiste autoriteiten indien zij problemen ondervindt.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.