Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], V-nummer: [nummer], eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris
Inleiding
Totstandkoming besluit
Beoordeling door de rechtbank
toen ik wakker werd gemaakt, hoorde ik stemmen, gegil en alles was door elkaar. Ik was half wakker. Op een gegeven moment zei mijn moeder dat wij moesten opschieten en toen zijn wij naar buiten gegaan”. Buiten heeft een dorpsgenoot eiser en zijn broers meegenomen naar diens huis. De staatssecretaris mocht deze verklaring van eiser summier vinden nu eiser desgevraagd niet weet waarom de dorpsgenoot hen opwachtte, via welke route ze zijn gevlucht en waarom alleen eiser een dag na de inval door zijn oom naar een smokkelaar is gebracht en zijn broers niet. De overgelegde stukken van het ziekenhuis geven evenmin een onderbouwing voor de gestelde inval.
: “hij heeft het achtergehouden tot die dag…wat ik toen van mijn vader heb vernomen, was dat wij niet naar buiten mochten gaan en voorzichtig moesten zijn”.Over de inhoud van de bedreiging heeft vader niets verteld, aldus eiser. Later op p. 17 zegt eiser, al voordat vader hem verbood naar buiten te gaan, te weten dat de school moest sluiten van de Taliban terwijl hij in hetzelfde gehoor op p. 16 verklaart dat hij pas in Nederland van zijn oom hoort dat vader werd bedreigd om de school te sluiten en een stuk grond aan de Taliban over te dragen. De staatssecretaris heeft deze verklaringen terecht als wisselend aangemerkt.