ECLI:NL:RBDHA:2023:784
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging verblijfsrecht en ongewenstverklaring van een gemeenschapsonderdaan wegens gevaar voor de openbare orde na veroordeling voor poging tot doodslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een Bulgaarse gemeenschapsonderdaan, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser was eerder veroordeeld voor poging tot doodslag en vernieling, wat leidde tot de beëindiging van zijn verblijfsrecht en een ongewenstverklaring door de Staatssecretaris. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gevaar dat van de eiser uitgaat nog steeds actueel is, ondanks zijn positieve gedragsverandering na de veroordeling. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder zijn stelling dat zijn gedrag niet representatief is voor wie hij is, en de invloed van anabole steroïden op zijn gedrag, niet overtuigend geacht. De rechtbank oordeelde dat de beëindiging van het verblijfsrecht en de ongewenstverklaring gerechtvaardigd zijn op basis van de ernst van de gepleegde misdrijven en de impact daarvan op de openbare orde. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser tegen de ongewenstverklaring ongegrond en het beroep tegen de beëindiging van het verblijfsrecht niet-ontvankelijk.