ECLI:NL:RBDHA:2023:7496
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke dienstverband politieambtenaar na proeftijd; rechterlijke toetsing en geschiktheidseisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieambtenaar, eiser, en de korpschef van politie, verweerder. Eiser was per 1 februari 2021 aangesteld als Bedrijfsvoeringspecialist B - ICT voor een proeftijd van een jaar. Verweerder heeft op 22 december 2021 besloten om het tijdelijke dienstverband van eiser niet te verlengen na afloop van de proeftijd, omdat eiser niet voldeed aan de eisen van bekwaamheid en geschiktheid. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de rechterlijke toetsing in dit soort gevallen terughoudend is. De rechtbank heeft beoordeeld of verweerder in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat eiser niet voldeed aan de gestelde eisen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verweerder zijn besluit heeft gebaseerd op een negatieve beoordeling van eiser, die was opgesteld op 20 december 2021, en dat deze beoordeling voldoende onderbouwd was met input van meerdere informanten.
Eiser heeft aangevoerd dat de verwachtingen ten aanzien van zijn functioneren onterecht steeds hoger werden en dat er bijzondere omstandigheden waren die een verlenging van de proeftijd rechtvaardigden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder niet verplicht was om de proeftijd te verlengen en dat er geen redenen waren om aan de juistheid van de beoordeling te twijfelen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en verweerder niet verplicht de proceskosten te vergoeden.