1.5.In het primaire besluit heeft verweerder eiseres niet verzekerd geacht op grond van de Wlz per 1 december 2016. Dit berust op het standpunt dat eiseres een pensioen van een volkenrechtelijke organisatie ontvangt en de sociale zekerheidsregeling van deze organisatie op haar van toepassing is, zodat zij op grond van artikel 21 van KB 746 van rechtswege niet verzekerd is voor de Wlz.
2. In het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd. Dit berust op het standpunt dat eiseres niet verzekerd is op grond van de Wlz, omdat zij een pensioen van ESA ontvangt en haar zorgverzekering via ESA aan de voorwaarden voldoet. Een uitzondering op deze uitsluiting van verzekering zou mogelijk kunnen zijn op grond van de hardheidsclausule van artikel 24 van KB 746. Omdat eiseres nog altijd wel gebruik kan maken van de zorgverzekering van ESA en er (nog) geen sprake is van een acute situatie waarin eiseres geen toegang heeft tot zorg, ziet verweerder geen aanleiding om deze hardheidsclausule toe te passen.
3. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit. Zij voert - samengevat - aan dat haar zorgverzekering van ESA niet aan de voorwaarden van artikel 21, tweede en derde lid, van KB 746 voldoet, omdat deze zorgverzekering onvoldoende dekking biedt. Eiseres moet daarom wel verzekerd op grond van de Wlz worden geacht. Eiseres beroept zich daarnaast op de hardheidsclausule van artikel 24 van KB 746. Verder dient verweerder op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) af te wijken van zijn beleid, omdat er sprake is van bijzondere omstandigheden.
4. De rechtbank komt tot de volgende beoordeling.
De omvang van de zorgverzekering
5. Eiseres betoogt dat de zorgverzekering van ESA niet voldoet aan de gestelde vereisten die volgen uit verdragen en de Nederlandse wetgeving. Eiseres verwijst hierbij naar een e-mail van de publieksvoorlichting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van 1 april 2021, waaruit volgt dat het ministerie van VWS al geruime tijd bekend is met een ruime onderdekking voor langdurige verpleging en verzorging bij diverse internationale organisaties, zoals ESA. Ruime onderdekking betekent dat niet is voldaan aan de vereiste dekking ingevolge artikel 21, derde lid, van KB 746. Uit de door verweerder in beroep ingediende stukken volgt dat het ministerie van VWS en verweerder in 2015 van oordeel waren dat er sprake was van dekking voor langdurige zorg van € 250.000,- per jaar. Het is echter evident dat deze dekking niet gehaald wordt. De langdurige zorg die eiseres geniet is qua vergoeding vanuit de verzekering gemaximeerd op een bedrag van € 1.284,- per maand. De werkelijke kosten bedragen een veelvoud hiervan. De dekking van de verzekering van ESA is dus in het geheel niet vergelijkbaar met de dekking die verzekerden op grond van de Wlz genieten.