Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
10 juni 2022.
14 april 2023 via het digitale portaal een zienswijze te hebben ingediend. De rechtbank volgt eiser niet in die stelling. Het indienen van een zienswijze is een essentieel onderdeel van de besluitvormingsprocedure. Dit volgt ook uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling). Eiser heeft zijn standpunt echter niet onderbouwd met een verzendbevestiging of ontvangstbevestiging van zijn zienswijze. Verweerder heeft in het verweerschrift aangegeven dat uit de systemen van verweerder ook niet blijkt dat door eiser een zienswijze is ingediend op 14 april 2023. De handelwijze van verweerder is daarmee naar het oordeel van de rechtbank niet onzorgvuldig te noemen. Het bestreden besluit is niet genomen in strijd met artikel 3:2 van de Awb. De rechtbank merkt ten overvloede op dat eiser ook anderszins niet is benadeeld, nu de beroepsgronden vrijwel identiek zijn aan de inhoud van de door eiser overgelegde zienswijze en deze beroepsgronden in de beroepsprocedure beoordeeld worden.