Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd op 19 april 2023. Eiser, van Tunesische nationaliteit, had beroep ingesteld tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de maatregel van bewaring werd opgelegd op basis van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser stelde dat er onvoldoende gronden waren voor de maatregel, omdat hij medewerking verleende aan de overdracht en zijn identiteit niet ter discussie stond. De rechtbank heeft de zaak op 1 mei 2023 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overwoog dat de gronden voor de maatregel van bewaring voldoende waren, aangezien eiser al geruime tijd zonder geldig paspoort door de Europese Unie reisde. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris terecht had gesteld dat er geen andere, minder dwingende maatregelen dan inbewaringstelling doeltreffend konden worden toegepast. Eiser had geen initiatieven genomen om reisdocumenten te verkrijgen en zijn argumenten over verblijf bij zijn vriendin of het vragen van geld aan zijn familie waren niet onderbouwd.
Daarnaast werd er rekening gehouden met het feit dat eiser op 12 april 2023 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven dagen, maar de rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris op 19 april 2023 ervan uit mocht gaan dat er geen straf meer openstond. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en verklaarde het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 8 mei 2023.