ECLI:NL:RBDHA:2023:6548

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
AWB - 22 _ 7072
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering toevoeging rechtsbijstand op grond van zelfredzaamheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand. De eiser had aanvragen ingediend voor toevoegingen voor rechtsbijstand, welke door verweerder zijn afgewezen op basis van zelfredzaamheid. De primaire besluiten tot afwijzing dateren van 20 juni 2022, en het bestreden besluit van 18 oktober 2022 verklaarde het bezwaar van eiser ongegrond. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij verweerder een verweerschrift heeft ingediend. De zitting vond plaats op 25 april 2023, waar beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.

De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of de afwijzing van de toevoegingen terecht was. Eiser betoogde dat de werkinstructie van verweerder innerlijk tegenstrijdig was en dat hij niet zelfredzaam was, vooral gezien zijn recidive. Verweerder stelde echter dat de werkinstructie niet tegenstrijdig was en dat de afwijzing op basis van zelfredzaamheid gerechtvaardigd was. De rechtbank oordeelde dat de werkinstructie van verweerder niet tegenstrijdig was en dat de afwijzing op een juiste grondslag was gebaseerd. De rechtbank concludeerde dat de eiser in redelijkheid zijn belangen zelf kon behartigen, ondanks de complexiteit van de zaak en de recidive.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/7072

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 mei 2023 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

(gemachtigde: mr. M.J.G. Schroeder),
en

het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, verweerder

(gemachtigde: G. van Dort).

Procesverloop

Bij besluiten van 20 juni 2022 (de primaire besluiten) heeft verweerder de aanvragen van eiser om een toevoeging voor verlening van rechtsbijstand afgewezen.
Bij besluit van 18 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder – voor zover hier van belang – het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 april 2023.
Aanwezig waren de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Er zijn twee toevoegingen aangevraagd voor rechtsbijstand bij het horen door de Officier van Justitie (OvJ) in verband met het voornemen een strafbeschikking op te leggen. Het horen betreft de overtreding rijden zonder geldig rijbewijs, tweemaal geconstateerd. Deze zaak gaat over de vraag of verweerder de toevoegingen mocht weigeren op de grond dat het gaat om een belang waarvan de behartiging redelijkerwijs aan eiser zelf kan worden overgelaten (zelfredzaamheid).
Wat vinden partijen?
2. Eiser vindt de door verweerder gehanteerde werkinstructie innerlijk tegenstrijdig. Hij stelt dat hij niet zelfredzaam is. Er is sprake van recidive zodat er een zwaarwegend belang is om rechtsbijstand te verkrijgen. Het standpunt van verweerder dat eiser mogelijk in aanmerking komt voor een adviestoevoeging zelfredzaamheid (Atz) is strijdig met de afwijzingsgrond dat sprake is van zelfredzaamheid.
Eiser stelt verder dat wellicht kan worden volstaan met één toevoeging, maar voegt daaraan toe dat dit het bereik van de toevoeging betreft en dat geen geschilpunt over het bereik voorligt.
3. Verweerder stelt dat zijn werkinstructie niet tegenstrijdig is en dat de toevoegingen terecht overeenkomstig die werkinstructie zijn geweigerd.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Is verweerders werkinstructie tegenstrijdig?
4.1.
Eiser stelt dat de werkinstructie S041 [1] van verweerder innerlijk tegenstrijdig is. Er wordt volgens die werkinstructie getoetst aan het criterium of sprake is van zwaarwegende belangen van de rechtszoekende (artikel 12, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb). Indien dat niet het geval is wordt volgens de instructie echter afgewezen op grond van zelfredzaamheid (artikel 12, tweede lid, onderdeel g, van de Wrb.
4.2.
De rechtbank acht de werkinstructie van verweerder niet tegenstrijdig. De grondslag van de afwijzing is artikel 12, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wrb.
De werkinstructie gaat er van uit dat alleen een toevoeging wordt verleend bij een verdenking van een misdrijf. Bij een oproeping officierszitting voor een overtreding wordt alleen een toevoeging verleend indien bijkomende zwaarwegende belangen een rol spelen. Indien dat niet het geval is kan de betrokkene zijn belangen zelf behartigen.
Zelfredzaamheid?
5. Eiser stelt dat geen sprake is van zelfredzaamheid. De zaak is complex omdat er sprake is van recidive.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het feit dat er sprake is van recidive niet meebrengt dat sprake is van zodanig zwaarwegende belangen dat eiser die belangen niet zelf kan behartigen.
6. De rechtbank acht het niet tegenstrijdig dat verweerder in de afwijzende primaire besluiten heeft opgenomen dat eiser mogelijk in aanmerking komt voor een Atz, waartoe hij zich kan wenden tot het Juridisch Loket. De Atz kan worden toegekend op grond van de Regeling advies toevoeging zelfredzaamheid (Ratz). Deze regeling is ingevoerd naar aanleiding van de Toeslagenaffaire voor mensen die tussen wal en schip vallen en is bedoeld voor gevallen waarin volgens het beleid van verweerder geen toevoeging wordt verstrekt op grond van zelfredzaamheid, maar door in de persoon van de rechtzoekende gelegen omstandigheden toch moet worden aangenomen dat rechtsbijstand verstrekt zou moeten worden. [2]
Twee of één toevoeging?
8. Het geschil gaat niet over het bereik van de toevoeging, zoals beide partijen beamen. De toevoegingen zijn immers geweigerd. De rechtbank zal daarover dan ook geen oordeel geven.
Conclusie
9. Het beroep is ongegrond.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. J.A. Leijten, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.
Bijlage

S041 OM-afdoening / strafbeschikking

(…)
Toevoegbeleid
Oproeping OM afdoening buiten rechte (officierszitting) / voornemen tot strafbeschikking
Je verstrekt een toevoeging voor een oproeping officierszitting of oproeping om gehoord te worden over het voornemen om een strafbeschikking op te leggen als blijkt dat sprake is van een misdrijf (artikel 257c Sv).
Als uit de oproeping of het voornemen blijkt dat sprake is van een overtreding dan toets je of sprake is van zwaarwegende belangen van de rechtzoekende. Bijvoorbeeld het Nederlanderschap komt in het geding als gevolg van de strafbeschikking vanaf € 470. De advocaat moet in de aanvraag duidelijk motiveren waarom een toevoeging gerechtvaardigd is. Als je een toevoeging verstrekt, codeer je de zaak op S010. Als uit de aanvraag niet blijkt dat sprake is van een uitzonderingssituatie dan wijs je de aanvraag af met tekstcode 130 (zelfredzaamheid).
(…)

Voetnoten

1.Zie de bijlage bij deze uitspraak
2.Zie de uitspraken van deze rechtbank van 2 februari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:855 en ECLI:NL:RBDHA:2023:856.