ECLI:NL:RBDHA:2023:856
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag toevoeging op basis van procesbelang en zelfredzaamheid in bestuursrechtelijke zaken
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2023, met zaaknummers SGR 22/2518 en SGR 22/4561, is de afwijzing van de aanvraag om een toevoeging door de Raad voor Rechtsbijstand aan de orde. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een toevoeging, maar de rechtbank oordeelde dat eiser geen procesbelang meer had, omdat hij reeds een Toevoeging zelfredzaamheid (Tz) had verkregen. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag om een reguliere toevoeging terecht was, aangezien de kwestie niet complex genoeg was om de bijstand van een advocaat te rechtvaardigen. Eiser had eerder een aanvraag gedaan voor bijzondere bijstand voor advocaatkosten, maar deze was buiten behandeling gesteld. De rechtbank stelde vast dat de beoordeling van de zelfredzaamheid en complexiteit verschilt tussen een reguliere toevoeging en een Tz. Eiser had geen actueel belang bij de beoordeling van zijn bezwaar, omdat hij al gefinancierde rechtsbijstand ontving. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had afgezien van het horen van eiser in de zaak SGR 22/4561, omdat het bezwaar kennelijk ongegrond was. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af, omdat er geen misbruik van bevoegdheid was aangetoond.