ECLI:NL:RBDHA:2023:6499
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op asielaanvraag; beroep niet-ontvankelijk
In deze zaak heeft eiser op 21 februari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 31 mei 2022 was ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou normaal gesproken op 31 november 2022 eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 31 augustus 2023 ligt. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op het moment van inwerkingtreding van de WBV 2022/22 sprake was van een situatie die de verlenging rechtvaardigde. Hierdoor was de ingebrekestelling van eiser, die op 4 februari 2023 was ingediend, te vroeg, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank niet verder ingaat op de inhoud van de asielaanvraag zelf, omdat de procedure niet correct is gevolgd. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, aangezien het beroep niet ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van deze uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.