ECLI:NL:RBDHA:2023:6362
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven besluit asielaanvraag
In deze zaak heeft eiseres op 13 februari 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die zij op 16 juli 2022 had ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou eindigen op 16 januari 2023. Echter, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de beslistermijn verlengd met negen maanden, waardoor deze pas op 16 oktober 2023 zou eindigen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was, en dat de ingebrekestelling van eiseres op 20 januari 2023 te vroeg was ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag niet-ontvankelijk is, omdat de wettelijke termijn voor het indienen van een beroep nog niet was verstreken op het moment van de ingebrekestelling. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.