ECLI:NL:RBDHA:2023:6280
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en prematuriteit van beroep
In deze zaak heeft eiser op 7 maart 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 9 augustus 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had de ingebrekestelling op 13 februari 2023 ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou oorspronkelijk op 9 februari 2023 eindigen, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 was deze verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 9 november 2023 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Gezien het feit dat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend, verklaart de rechtbank het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit niet-ontvankelijk.