ECLI:NL:RBDHA:2023:6273
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiseres op 9 maart 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 14 augustus 2022 was ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres had de ingebrekestelling op 20 februari 2023 ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou eindigen op 14 februari 2023, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 was deze verlengd met negen maanden, waardoor de beslistermijn pas op 14 november 2023 eindigt. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend en verklaart het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.