Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 16 maart 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 23 augustus 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde op 23 februari 2023, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze termijn verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22. Hierdoor eindigt de beslistermijn pas op 23 november 2023. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op het moment van de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 sprake was van een situatie die deze verlenging rechtvaardigde. De rechtbank ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken, waardoor de verlenging rechtsgeldig is. Dit betekent dat de ingebrekestelling van eiser te vroeg is verzonden, aangezien de beslistermijn nog niet was verstreken op het moment van de ingebrekestelling. Daarom is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.