Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 6 februari 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 21 juni 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde op 21 december 2022, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 21 september 2023 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, en dat er op het moment van de ingebrekestelling op 20 januari 2023 nog geen termijn was verstreken. Hierdoor was de ingebrekestelling prematuur en kon het beroep van eiser niet-ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de wettelijke bepalingen omtrent bezwaar en beroep in deze context van toepassing zijn. De beslissing om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren is genomen zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met de uitspraak. De rechtbank heeft ook verwezen naar relevante wetgeving, waaronder de Vreemdelingenwet 2000 en de wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000, die op 27 september 2022 in werking is getreden.