ECLI:NL:RBDHA:2023:6022
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing mvv-aanvraag voor Syrische moeder en meerderjarige zoon op basis van afhankelijkheidsrelatie en belangenafweging
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een mvv-aanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Syrische moeder, had een aanvraag ingediend voor een mvv met het verblijfsdoel 'familie en gezin' om bij haar meerderjarige zoon in Nederland te kunnen verblijven. De aanvraag werd in eerste instantie afgewezen op 16 augustus 2017, omdat er geen sprake zou zijn van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en haar zoon, referent. Dit besluit werd in latere procedures door de rechtbank en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd, omdat verweerder niet voldoende had gemotiveerd dat er geen beschermenswaardig gezinsleven bestond.
In het bestreden besluit van 22 november 2022 verklaarde verweerder opnieuw het bezwaar van eiseres ongegrond, met de conclusie dat de belangen van de Nederlandse overheid zwaarder wegen dan het persoonlijke belang van eiseres om herenigd te worden met haar zoon. Eiseres voerde in beroep aan dat verweerder de bijkomende elementen van afhankelijkheid onvoldoende had gewogen en dat niet alle omstandigheden waren beoordeeld. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder in het bestreden besluit een volledige belangenafweging had gemaakt en dat er geen bijzondere afhankelijkheid was aangetoond die de normale banden tussen een ouder en een meerderjarig kind overstijgt.
De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een door artikel 8 van het EVRM beschermd familie- of gezinsleven, en dat verweerder terecht had geoordeeld dat de aanvraag voor de mvv moest worden afgewezen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij aanvragen voor verblijfsvergunningen op basis van gezinsleven, waarbij de feitelijke afhankelijkheid tussen betrokkenen cruciaal is.