2.3.6.Ensure that any set of samples or test pieces giving evidence of non-conformity in the type of test in question gives rise to a further sampling and test. All the necessary steps shall be taken to restore conformity of the corresponding production.
Verordening (EU) 168/2013/EG
1. Een goedkeuringsinstantie die een EU-typegoedkeuring verleent, neemt de nodige maatregelen om, zo nodig in samenwerking met de goedkeuringsinstanties van de overige lidstaten, te verifiëren of afdoende regelingen zijn getroffen om te waarborgen dat de voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden in productie conform zijn met het goedgekeurde type.
[…].
3. Een goedkeuringsinstantie die een EU-typegoedkeuring heeft verleend, neemt met betrekking tot die goedkeuring de nodige maatregelen om, zo nodig in samenwerking met de goedkeuringsinstanties van de overige lidstaten, te verifiëren of de in de leden 1 en 2 bedoelde regelingen nog steeds afdoende zijn zodat voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden in productie nog steeds conform zijn met het goedgekeurde type en de certificaten van overeenstemming nog steeds aan artikel 38 voldoen.
[…]
5. Indien een goedkeuringsinstantie die een EU-typegoedkeuring heeft verleend, vaststelt dat de in de leden 1 en 2 bedoelde regelingen niet worden toegepast, aanzienlijk afwijken van de overeengekomen regelingen en controleplannen, niet meer worden toegepast of niet langer als afdoende worden beschouwd, terwijl de productie wel wordt voortgezet, neemt zij de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de procedure voor de conformiteit van de productie correct wordt nageleefd, of trekt zij de typegoedkeuring in.
[…].
Verordening (EU) 167/2013/EG
artikel 28
1. Een goedkeuringsinstantie die een EU-typegoedkeuring verleent, neemt met betrekking tot die goedkeuring de nodige maatregelen om, zo nodig in samenwerking met de goedkeuringsinstanties van de overige lidstaten, te verifiëren of afdoende regelingen zijn getroffen om te waarborgen dat de voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden in productie, conform zijn met het goedgekeurde type.
[…]
3. Een goedkeuringsinstantie die een EU-typegoedkeuring heeft verleend, neemt met betrekking tot die goedkeuring de nodige maatregelen om, zo nodig in samenwerking met de goedkeuringsinstanties van de overige lidstaten, te verifiëren of de in de leden 1 en 2 bedoelde regelingen nog steeds afdoende zijn zodat voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden in productie nog steeds conform zijn met het goedgekeurde type en de certificaten van overeenstemming nog steeds aan artikel 33 voldoen.
[…]
5. Indien een goedkeuringsinstantie die een EU-typegoedkeuring heeft verleend, vaststelt dat de in de leden 1 en 2 bedoelde regelingen niet worden toegepast, aanzienlijk afwijken van de overeengekomen regelingen en controleplannen, niet meer worden toegepast of niet langer als afdoende worden beschouwd, terwijl de productie wel wordt voortgezet, neemt zij de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de procedure voor de overeenstemming van de productie correct wordt nageleefd, of trekt zij de typegoedkeuring in.
[…]
Verordening (EU) 2018/858
4. Wanneer een goedkeuringsinstantie overeenkomstig hoofdstuk XI in kennis werd gesteld dat een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid vermoedelijk een ernstig risico vormt of niet conform is, neemt zij alle nodige maatregelen om de verleende typegoedkeuring te herzien en, in voorkomend geval, de typegoedkeuring te corrigeren of in te trekken, afhankelijk van de redenen en de ernst van de geconstateerde afwijkingen.
1. De lidstaat die een EG-typegoedkeuring verleent, neemt met betrekking tot die goedkeuring de nodige maatregelen overeenkomstig bijlage X om, zo nodig in samenwerking met de goedkeuringsinstanties van de overige lidstaten, te verifiëren of afdoende maatregelen zijn genomen om te waarborgen dat de voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden in productie in overeenstemming zijn met het goedgekeurde type.
2. De lidstaat die een EG-typegoedkeuring heeft verleend, neemt met betrekking tot die goedkeuring de nodige maatregelen overeenkomstig bijlage X om, zo nodig in samenwerking met de goedkeuringsinstanties van de overige lidstaten, te verifiëren of de in lid 1 bedoelde maatregelen nog steeds afdoende zijn en of de voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden in productie nog steeds in overeenstemming zijn met het goedgekeurde type.
[…]
3. Indien een lidstaat die een EG-typegoedkeuring heeft verleend, vaststelt dat de in lid 1 bedoelde regelingen niet worden toegepast, aanzienlijk afwijken van de overeengekomen regelingen en controleplannen of niet meer worden toegepast, zonder dat de productie is stopgezet, neemt hij de nodige maatregelen, die kunnen gaan tot intrekking van de typegoedkeuring, om ervoor te zorgen dat de procedure voor de overeenstemming van de productie correct wordt nageleefd.
Artikel 13.1
De krachtens dit reglement verleende goedkeuring voor een kinderbeveiligingssysteem kan worden ingetrokken als een kinderbeveiligingssysteem met de in punt 5.4 genoemde kenmerken de in punt 11 beschreven willekeurige controles niet heeft doorstaan of niet conform is met het goedgekeurde type.
1. Voertuigen en systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen die voor dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan zijn ontworpen en gebouwd en voorzieningen die ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers zijn ontworpen en gebouwd worden slechts op de markt aangeboden of in de handel gebracht nadat ze zijn goedgekeurd, nadat ze zijn goedgekeurd met een ontheffing of vrijstelling of nadat hiervoor een vergunning is verleend.
[…].
1. De Dienst Wegverkeer trekt een door hem verleende nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring in, indien:
a. degene aan wie de goedkeuring is verleend, daarom verzoekt; of
b. blijkt dat de goedkeuring ten onrechte is verleend.
2. De Dienst Wegverkeer kan een door hem verleende nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring schorsen of intrekken indien:
a. degene aan wie de goedkeuring is verleend een voertuig of systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk of voorziening voor een voertuig of aanhangwagen daarvan of de voorziening ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers doet of laat doorgaan voor goedgekeurd, terwijl die goedkeuring niet overeenstemt met het type waarvoor de goedkeuring is verleend;
b. het voertuig of systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk of voorziening voor een voertuig of aanhangwagen daarvan of de voorzieningen ter bescherming van inzittenden of kwetsbare weggebruikers waarvoor de goedkeuring is verleend, desalniettemin een ernstig gevaar vormt voor de gezondheid, de veiligheid, het milieu of andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang;
c. de verplichtingen, bedoeld in artikel 23, tweede lid, 25 of 28, tweede lid, niet worden nagekomen; of
d. degene aan wie de goedkeuring is verleend, handelt in strijd met een of meer andere uit de goedkeuring voortvloeiende verplichtingen.
3. De Dienst Wegverkeer kan een door hem verleende nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring schorsen indien de goedkeuring ten onrechte lijkt te zijn verleend.
Beleidsregel aanvraag, verlenen en toezicht typegoedkeuringen RDW
Artikel 8.2
In elk van de volgende gevallen wordt een door de RDW verleende typegoedkeuring door de RDW ingetrokken:
a. Op verzoek van de Fabrikant;
b. Bij een definitieve productiestop van het type waarvoor goedkeuring is verleend;
Artikel 8.3
In elk van de volgende gevallen kan de RDW een typegoedkeuring schorsen en indien dat niet of niet tijdig tot herstel leidt kan de schorsing gevolgd worden door intrekking en/of een andere sanctie genoemd in hoofdstuk 9.
a. Bij het afleggen van valse verklaringen tijdens goedkeuringsprocedures of terwijl er corrigerende of beperkende maatregelen gelden;
b. Bij het vervalsen van testresultaten voor Typegoedkeuringen of markttoezicht;
c. Bij het achterhouden van gegevens of technische specificaties die tot het terugroepen van voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden, of tot het weigeren of intrekken van een Typegoedkeuringscertificaat zouden kunnen leiden;
d. Het weigeren van toegang tot informatie;
e. Bij niet voldoen aan de betalingsverplichting van de Fabrikant;
f. Bij aanvraag faillissement voor de Fabrikant aan wie de goedkeuring is verleend;
g. Bij gebleken gebruik van manipulatievoorzieningen in het goedgekeurde product;
h. Bij uitblijven van tijdige reactie op vragen van de RDW in het kader van toezicht op de conformiteit van de productie;
i. Bij het niet tijdig doorgeven van noodzakelijke wijzigingen aan de RDW, zoals onder meer genoemd onder hoofdstuk 4;
j. Bij niet tijdig bevestigen, weigeren van of niet aanwezig zijn bij een audit door of namens de RDW in het kader van het toezicht op de productie;
k. Bij het verstrekken van onjuiste informatie door medewerkers van de Fabrikant die noodzakelijk is voor de aanvraag van de goedkeuring of voor de conformiteit van de productie;
l. Indien een productielocatie van de Fabrikant door een negatief reisadvies niet bereikbaar is, kunnen de goedkeuringen worden ingetrokken omdat de RDW dan geen toezicht kan houden op de overeenstemming van de productie;
m. Bij gebruik van agressie /geweld tegen RDW-medewerkers;
n. Het weigeren volledige medewerking te verlenen aan een Audit/monitoringsactiviteiten van de RDW of anderszins niet aan de uit de wet voortvloeiende verplichtingen voldoen;
o. Indien de Fabrikant, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, niet binnen de door RDW gestelde termijn aantoont dat de bevonden tekortkomingen zijn opgelost;
p. Bij niet-naleving door de Fabrikant van overige vereisten van de Typegoedkeuringswetgeving.