ECLI:NL:RBDHA:2023:5868
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep asielaanvraag met betrekking tot Litouwen en Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 april 2023 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. L.J. Blijdorp, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S.H.F. Pols, had de aanvraag niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, omdat Litouwen verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de omstandigheden in Litouwen, waaronder pushbacks en onrechtmatige detentie, niet veilig zijn.
De rechtbank heeft het beroep op 11 april 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank overwoog dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is, wat betekent dat Nederland ervan uitgaat dat Litouwen zijn verdragsverplichtingen nakomt. Eiseres heeft echter niet voldoende bewijs geleverd dat dit in haar geval niet zou gelden. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken en rapporten die bevestigen dat Litouwen zijn verplichtingen nakomt en dat er geen bewijs is dat eiseres bij terugkeer in Litouwen onrechtmatig gedetineerd zal worden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij concludeerde dat de omstandigheden in Litouwen niet zodanig zijn dat deze in strijd zijn met de mensenrechten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 18 april 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.