ECLI:NL:RBDHA:2023:5179
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het uitblijven van een besluit op een asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 10 januari 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 20 september 2021 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde oorspronkelijk op 20 maart 2022, maar werd verlengd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verlenging was gebaseerd op de noodzaak om de situatie voor statushouders in Griekenland te onderzoeken. De beslistermijn werd uiteindelijk verlengd tot 20 juni 2023, wat betekent dat de ingebrekestelling van eiser op 21 december 2022 te vroeg was ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank oordeelde dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was en dat er geen reden was om van dit oordeel af te wijken. Hierdoor werd het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier A.J.J. Sterks, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.